5.3 Lezen - (les 2) Cona

Talent H5.3 (les 2)
- Je leert de tekstdoelen 'overtuigen' en 'activeren' te herkennen. 
-Je weet wat het verschil is tussen een tekstvorm en een tekstsoort. 
-Je kunt een betoog herkennen.
-Je kunt redengevende en concluderende tekstverbanden herkennen.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Talent H5.3 (les 2)
- Je leert de tekstdoelen 'overtuigen' en 'activeren' te herkennen. 
-Je weet wat het verschil is tussen een tekstvorm en een tekstsoort. 
-Je kunt een betoog herkennen.
-Je kunt redengevende en concluderende tekstverbanden herkennen.

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Kennis opfrissen  - wat heb je de vorige les geleerd?
- 5.3 Lezen: 1-3 nakijken
- Aan de slag: 4-7 + 9-13
- Blooket! 


Niet vergeten: maandag toets Woorden H4 en H5

Slide 2 - Diapositive

Wat hebben we de afgelopen les ook alweer behandeld? Wat heb je geleerd?

Slide 3 - Question ouverte

Twee nieuwe tekstdoelen!

Slide 4 - Diapositive

Je hebt een geestig Sinterklaasgedicht geschreven. Al je familieleden moesten hard lachen.
Is dit een tekstsoort of een tekstvorm?
A
Tekstsoort
B
Tekstvorm

Slide 5 - Quiz

Wat voor tekstsoort zou je Sinterklaasgedicht zijn?
A
Informatieve tekst
B
Betogende tekst
C
Activerende tekst
D
Amuserende tekst

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
activerende tekst
C
amuserende tekst
D
betogende tekst

Slide 8 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 9 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
activerende tekst
C
amuserende tekst
D
betogende tekst

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

namelijk
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
tijdsvolgorde verband
D
uitleggend verband

Slide 14 - Quiz

de slotsom is
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
tijdsvolgorde verband
D
uitleggend verband

Slide 15 - Quiz

dan ook
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
tijdsvolgorde verband
D
uitleggend verband

Slide 16 - Quiz

immers
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
tijdsvolgorde verband
D
uitleggend verband

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
5.3 Lezen 
Bespreken: opdracht 1 t/m 3
Maken: 4-7 + 9-13

Laatste 15 minuten: Blooket

Maandag toets Woorden H4 en H5.



Slide 18 - Diapositive