Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefenen toets reader
Inhoud LessonUp
Hoofletters en leestekens
Los of aan elkaar
Tussenletters in samenstellingen
Werkwoordspelling
Meervoud en verkleinwoorden
Trappen van vergelijking
Verwijswoorden
Afkortingen
1 / 47
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
47 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Inhoud LessonUp
Hoofletters en leestekens
Los of aan elkaar
Tussenletters in samenstellingen
Werkwoordspelling
Meervoud en verkleinwoorden
Trappen van vergelijking
Verwijswoorden
Afkortingen
Slide 1 - Diapositive
Lynn zei: ik heb zin in vakantie!
A
Goed
B
Fout
Slide 2 - Quiz
"Dat begrijp ik niet", zei mijn tante.
A
Goed
B
Fout
Slide 3 - Quiz
16 leerlingen hadden sinds de pasen geen eieren meer gegeten.
A
Goed
B
Fout
Slide 4 - Quiz
Meneer van der Weerd is boos.
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quiz
Klik op het woord dat je NIET met een hoofdletter schrijft
A
sinterklaas
B
april
C
peter
D
noord-holland
Slide 6 - Quiz
Klik op het woord dat je WEL met een hoofdletter schrijft
A
maandag
B
westen
C
kerstmis
D
paasdag
Slide 7 - Quiz
Klik op het woord dat je NIET met een hoofdletter schrijft
A
julia
B
hema
C
pasen
D
december
Slide 8 - Quiz
Elke dinsdag wordt het ___ opgehaald.
A
huis vuil
B
huisvuil
Slide 9 - Quiz
Bah, wat is dit ___!
A
huis vuil
B
huisvuil
Slide 10 - Quiz
Leon moest invallen voor zijn zieke ___.
A
team genoot
B
teamgenoot
Slide 11 - Quiz
Het hele ___ van de wedstrijd.
A
team genoot
B
teamgenoot
Slide 12 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?
Slide 13 - Diapositive
Tussenletters in samenstellingen: klik op het goede antwoord
A
Spinnewiel
B
Spinnenwiel
Slide 14 - Quiz
Tussenletters in samenstellingen: klik op het goede antwoord
A
Hogenschool
B
Hogeschool
Slide 15 - Quiz
Tussenletters in samenstellingen: klik op het goede antwoord
A
rijstenpap en stekeblind
B
rijstenpap en stekenblind
C
rijstepap en stekenblind
D
rijstepap en stekeblind
Slide 16 - Quiz
Tussenletters in samenstellingen: klik op het goede antwoord
A
zonnenschijn en groentensoep
B
zonneschijn en groentensoep
C
zonneschijn en groentesoep
D
zonnenschijn en groentesoep
Slide 17 - Quiz
Tussenletters in samenstellingen: klik op het goede antwoord
A
meisjesjaal
B
meisjes sjaal
C
meisjessjaal
D
meisje sjaal
Slide 18 - Quiz
Die oude man uit Spanje (bestellen) het liefst iedere avond tapas.
A
bestelt
B
besteld
Slide 19 - Quiz
Denk je dat bol.com mijn pakje vandaag (thuisbezorgen)?
A
thuisbezorgt
B
thuisbezorgd
Slide 20 - Quiz
Mijn zus (arriveren) morgen in Spanje.
A
arriveert
B
arriveerd
Slide 21 - Quiz
Haar vliegtuig (landen) in Barcelona.
A
landt
B
land
Slide 22 - Quiz
Vorig weekend (kneden) mijn opa en ik dat deeg.
A
kneden
B
kneeden
C
kneedden
D
kneedde
Slide 23 - Quiz
Mijn vader heeft net de nieuwe iPhone (bestellen)
A
bestelt
B
besteld
Slide 24 - Quiz
De (uitrusten) man heeft weer zin om te voetballen.
A
uitgeruste
B
uitgerustte
Slide 25 - Quiz
Joost (worden) op de gang gezet, terwijl haar zus een pizza (bestellen).
A
wordt, bestelt
B
word, bestelt
C
wordt, besteld
D
word, besteld
Slide 26 - Quiz
Mijn moeder (bezorgen) een pakketje en mijn zus (beantwoorden) mijn vraag.
A
bezorgt, beantwoord
B
bezorgd, beantwoord
C
bezorgt, beantwoordt
D
bezorgd, beantwoort
Slide 27 - Quiz
Gisteren (aanvaarden) de buurman zijn (opleggen) straf.
A
aanvaarde, opgelegde
B
aanvaarde, opgelegdde
C
aanvaardde, opgelegte
D
aanvaardde, opgelegde
Slide 28 - Quiz
Wat voor werkwoord?
Rennend ging de peuter naar school.
A
infinitief
B
bijvoeglijk naamwoord
C
onvoltooid deelwoord
D
voltooid deelwoord
Slide 29 - Quiz
Industriën
A
Goed
B
Fout
Slide 30 - Quiz
Industrieën
A
Goed
B
Fout
Slide 31 - Quiz
Cafés
A
Goed
B
Fout
Slide 32 - Quiz
Televisies
A
Goed
B
Fout
Slide 33 - Quiz
Glossytje
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quiz
Glossy'tje
A
Goed
B
Fout
Slide 35 - Quiz
Duo'tje
A
Goed
B
Fout
Slide 36 - Quiz
Duootje
A
Goed
B
Fout
Slide 37 - Quiz
Het gebouw is even hoog ... het gebouw ernaast.
A
als
B
dan
Slide 38 - Quiz
Mijn knoop zit beter vast ... die van jou.
A
als
B
dan
Slide 39 - Quiz
Ik spring hoger dan ...
A
jij
B
jou
Slide 40 - Quiz
Ik maak dit even goed als ...
A
jij
B
jou
Slide 41 - Quiz
Wat zijn verwijswoorden?
A
de
B
deze
C
zij
D
dat
Slide 42 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 43 - Quiz
Is de stelling waar?
Een tekst is saai als je verwijswoorden gebruikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 44 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 45 - Quiz
Wat is de afkorting van buitenschoolse opvang?
A
BSO
B
bso
C
B.S.O.
D
b.s.o.
Slide 46 - Quiz
Wat is de afkorting van ter attentie van?
A
TAV
B
T.A.V.
C
tav
D
t.a.v.
Slide 47 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
See Think Wonder - Augusta Curiel
August 2024
-
6 diapositives
Culturele en kunstzinnige vorming
Nationaal Archief
+4
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Nationaal Archief
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 4
September 2024
-
37 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorzetsels in het Nederlands
December 2024
-
38 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
TaalNT2
Verwijswoorden en flaptekst
January 2022
-
26 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Kidsweek in de Klas
Examen Nederlands zakelijke e-mail/ brief
January 2022
-
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining
4K examen oefenen zakelijke e-mail/ brief
January 2022
-
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining
Nationale Opera & Ballet - Quiz 'achter de schermen'
September 2025
-
19 diapositives
Kunst
Ckv
+2
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Nationale Opera & Ballet
Formules Excel
April 2025
-
27 diapositives
Intersectoraal D&P
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4