week 5 voorwerpen en bijv bep

week 5
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

week 5

Slide 1 - Diapositive

Moeilijkheden vorige week
Ik was vandaag in een prachtig gebouw.
Die ruïne was vroeger een prachtig gebouw.
De zon schijnt fel op mijn hoofd.
Die sterke man schijnt wel Superman!

Slide 2 - Diapositive

Naamwoordelijk of werkwoordelijk?

Hij blijft vannacht in Utrecht.
Zij blijft een leuke meid
A
ww -nw
B
nw-ww
C
ww-ww
D
nw-nw

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Herhaling

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

De arme man was erg blij met zijn hoofdprijs uit de loterij
A
was = ww-gezegde
B
was = nw-gezegde
C
was erg blij = ww-gezegde
D
was erg blij = nw-gezegde

Slide 13 - Quiz

Benoem het onderwerp en het gezegde, en wat voor soort gezegde is het?

De groep leerlingen uit het VWO ging na school even snacken bij de Mac.

Slide 14 - Question ouverte

Benoem het onderwerp en het gezegde, en wat voor soort gezegde is het?

De groep leerlingen uit het VWO was daarna een beetje misselijk.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Wat is het lijdend vw uit de volgende zin?

De oude vrouw maakte het truitje voor haar nieuwe kleinkind.
A
de oude vrouw
B
het truitje
C
voor haar nieuwe kleinkind

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Wat is het meewerkend vw uit de volgende zin?

De oude vrouw gaf het truitje aan haar nieuwe kleinkind.
A
de oude vrouw
B
het truitje
C
aan haar nieuwe kleinkind

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat is het voorzetsel vw uit de volgende zin?

Tijdens het werken luisteren sommige leerlingen naar muziek.
A
tijdens het werken
B
sommige leerlingen
C
naar muziek
D
luisteren

Slide 29 - Quiz

Wat is het voorzetsel vw uit de volgende zin?

Zij verbaast zich over de enorme mogelijkheden die de Nederlandse taal heeft bij het ontleden van een zin.

Slide 30 - Question ouverte

Ontleed de volgende zin:

De expert Nederlands geeft de leerlingen van V2 een vraag over grammatica

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat zijn de bijw bepalingen uit deze zin?

Vandaag hebben de leerlingen in de serre een uitleg over grammatica tijdens een verkortroosterles.
A
Vandaag, in de serre, tijdens een verkortroosterles.
B
Vandaag, een uitleg, in de serre, tijdens een verkortroosterles.
C
Vandaag, in de serre, een uitleg
D
Vandaag, in de serre, de leerlingen, tijdens een verkortroosterles.

Slide 35 - Quiz

Ontleed de volgende zin:

De leerlingen luisteren graag naar uitleg over voorzetselvoorwerpen en bijvoeglijke bepalingen tijdens de les Nederlands.

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive