Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Du hast 3 min für:
Jacke aus
Laptop geschlossen auf dem Tisch
Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
Als de timer is gestopt zie ik iedereen woordjes schrijven van blz. 144
Slide 2 - Diapositive
Wörter
Wörter Seite 144 schreiben
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
Was machen wir heute?
Wörter
Planung
Erklärung: das Perfekt (voltooid tegenwoordige tijd)
An die Arbeit
Slide 4 - Diapositive
Lernziel
aan het einde van de les kan je benoemen wat de regel is voor het maken van de voltooid tegenwoordige tijd van zwakke en sterke werkwoorden, doordat je opdrachten hebt gemaakt.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
das Perfekt (voltooid tegenwoordige tijd)
Schrijf op!
Je maakt de (v. t. t) met een vorm van haben of sein en het voltooid deelwoord (net als in het Nederlands)
Bijvoorbeeld: ich habe gewohnt
Zwakke werkwoorden: Als de stamklinker in de verleden tijd NIET van klank verandert is het werkwoord zwak. Het voltooid deelwoord eindigt op -t of -et
Sterke werkwoorden: Als de stamklinker in de verleden tijd WEL van klank verandert dan is het werkwoord sterk. Het voltooid deelwoord eindigt op -en
De meeste werkwoorden die in het Nederlands sterk zijn, zijn dit ook in het Duits
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Hulpwerkwoorden haben & sein
In het Duits hebben werkwoorden die een beweging uitdrukken sein als hulpwerkwoord.
Bijvoorbeeld: Ich bin gereist, ich bin gesurft, sie ist geschwommen, wir sind gefahren
Slide 10 - Diapositive
Scheidbare en niet scheidbare werkwoorden
Slide 11 - Diapositive
An die Arbeit
Machen im Buch:
Aufgabe 7, 8, 9 auf Seite 105-106
Handbuch online------------------------->
Wie? 10 Minuten im Stille
Fertig? Aufgabe 10 auf Seite 107
timer
15:00
Slide 12 - Diapositive
Lernziel
aan het einde van de les kan je benoemen wat de regel is voor het maken van de voltooid tegenwoordige tijd van zwakke en sterke werkwoorden, doordat je opdrachten hebt gemaakt.