Ch 5 Cours 3

Entre amis   chapitre 5
mensen en activiteiten beschrijven
vertellen over uiterlijk, karakter en activiteiten
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Entre amis   chapitre 5
mensen en activiteiten beschrijven
vertellen over uiterlijk, karakter en activiteiten

Slide 1 - Diapositive

chapitre 5 = entre amis
kun je al wat vertellen over mensen en activiteiten? Wat voor soort vocabulaire, en grammatica ga je leren denken jullie? 
Programme,  le 28 mars 
révision vocabulaire A
correction - réponses texte A
correction 6A + B + C

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pour vendredi, 28 mars
apprendre: vocabulaire A
(en tout) - check)
faire ex. 6A, B, 7A +
répondre aux questions du texte A

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Objectifs
Mensen en activiteiten beschrijven
  • Je kent woorden die te maken hebben met familie en vrije tijd
  • Je kunt een gesprek over het afgelopen weekend begrijpen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is dan hun nicht?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom vragen zij een mobiele telefoon?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn zus zingt met haar ouders

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mon anniversaire
1.  Over wie gaat het? en waar wonen zij?
2. Waar praten zij over?
3. Wat hebben de twee jongeren gedaan in het weekend?
4. Wat heeft één van de jongeren gekregen?
5. Wie is Laura? 
6. Wat ging er mis en waarom is dat balen?
7. . Hoe lossen ze het op?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.  Over wie gaat het? en waar wonen zij? Adam en Jules, Lyon
2. Waar praten zij over? wat ze hebben gedaan in het weekend
3. Wat hebben de twee jongeren gedaan in het weekend?
Jules: film gekeken met zijn broer/ Adam: verjaardag gevierd
4. Wat heeft één van de jongeren gekregen? mobiele telefoon van ouders
4. Wie is Laura? nicht van Adam
4. Wat ging er mis en waarom is dat balen? Laura vertrokken met zijn nieuwe mobiel. Zij heeft dezelfde, omdat zij in België woont
5. Hoe lossen ze het op? voorstel van Jules, volgende weekend naar Belgie gaan

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ex. 5
Ex. 5 A:     B, D, E

Ex. 5 B,C: 
1. se téléphonent = ze zijn bij Jules
2. n'a pas aimé = super
3. ses copains = alleen familie
4. n'a pas eu = heeft het wel gekregen                    6. va = gaat niet
5. cassé = weg                                                                     7. Lyon = België 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ex. 6 A + B
6 A  -  1. donner, 2. alors, 3. pourquoi, 4. chanter, 5. problème, 6. nul

6 B -  le problème (andere woorden hebben te maken met verjaardagen)
            demander   (andere woorden hebben met lol / plezier te maken)
            avec                ( andere woorden zijn vragen)
            le portable   ( andere woorden zijn familieleden)
            


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

pour mercredi, 2 avril
- apprendre vocabulaire A
vocabulaire B - maanden
faire: bekende woorden onderstrepen in de tekst B
+ ex. 9 A + 10 A

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloc B
- Lire les alinéas
- De quoi s'agit-il ?
- Écris les réponses en néerlandais

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions