Dag 4 - Winkel

• ISK
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

De boodschappen

продукти - محلات البقالة - az élelmiszereket - bakkaliye

Eten en drinken wat je hebt gekocht in de supermarkt.

De kassa

касовий апарат - تسجيل النقدية - a pénztárgép - Yazar kasa

Een soort computer waar je de boodschappen kunt afrekenen.

De winkelwagen

кошик для покупок - عربة التسوق - a bevásárlókocsit - alışveriş arabası

Een kar waar je de boodschappen in kunt leggen tijdens het winkelen.

Het winkelmandje

кошик для покупок - عربة التسوق - a bevásárlókocsit - alışveriş sepeti

Een mandje waar je de boodschappen in kunt leggen tijdens het winkelen.

De pinautomaat

банкомат - أجهزة الصراف الآلي - az ATM - ATM

Een soort computer waar je geld van je pinpas kan halen of op zetten.

De pinpas

Кредитна картка - البطاقة الائتمانية - A hitelkártya - Kredi kartı

Een plastic kaart waar je mee kan betalen.

Het geld

гроші - المال - a pénz - para

Iets waar je spullen en boodschappen mee kunt kopen.

De munt

монета - العملة - az érme - madeni para

Iets gemaakt van koper waar je spullen van kan kopen. De munt hoort bij het geld.

Het biljet

рахунок - الفاتورة - a számla - Fatura

Geld gemaakt van papier.

De Euro

євро - اليورو - az eurót - euro

Geld wat gebruikt word in Europa.

De prijs

ціна - السعر - az ár - Fiyat

De hoeveelheid wat je moet betalen voor iets.

De portemonnee

гаманець - المحفظة - a pénztárca - Cüzdan

Iets waar je geld in kunt bewaren.