Verhoudingen

Verhoudingen
Verhoudingen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen
Verhoudingen

Slide 1 - Diapositive

https://www.youtube.com/shorts/FXL9kJoMU_c

Slide 2 - Diapositive



  1. Aan het einde van de les kan ik een verhouding herkennen.
  2. Aan het einde van de les weet ik wanneer ik een verhoudingstabel kan inzetten.
Lesdoelen 

Slide 3 - Diapositive

Planning
  • Woordweb
  • Theorie
  • Opdrachten op het bord
  • Instaptoets - rekenblokken - verhoudingen
  • Evalueren 


Slide 4 - Diapositive

Verhoudingen

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Wie zag de fout in het filmpje?

Slide 7 - Diapositive

Bij een verhoudingstabel reken je met
A
Plus en min
B
Vermenigvuldigen en delen door
C
Breuken
D
Decimale getallen

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste regel bij een verhoudingstabel?
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
: 100
x 350
: 100
x 350

Slide 9 - Diapositive

Water 


Zandcement 


Hoeveel liter water heb je nodig als je 20 kilo zandcement hebt? De verhouding is hier 1 : 4 

Zet de gegevens op de juiste plek:
4
1
20
1

0,25

5
: 4
: 4
x 20
x 20

Slide 10 - Question de remorquage

Wat typ ik in op mijn rekenmachine?
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
A
100 : 100 x 350
B
0,49 : 1 x 350
C
350 : 1 x 0,49
D
0,49 : 100 x 350

Slide 11 - Quiz


Klopt deze verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Omdat het OV niet rijdt besluit ik met de auto te gaan.

Mijn auto verbruikt: 5 liter per 100 km

Hoeveel liter benzine ben ik kwijt als ik heen en weer rijd naar het Alfa-college?
Vul alleen het getal in!! Voorbeeld: 7 of 9,5

Slide 13 - Question ouverte

Welke fietsenverhuurder is naar verhouding het goedkoopst?
A
Toms fietsverhuur
B
Fietshandel Jelsma

Slide 14 - Quiz

Stel ik wil een fiets huren voor 6 uur.

Hoeveel euro ben ik goedkoper uit bij fietsverhuur Jelsma

Vul alleen het getal in!! Voorbeeld: 9 of 12,50

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de verhouding tussen de gin en tonic?

A
1 : 4
B
2 : 4
C
1 : 2
D
1 : 3

Slide 16 - Quiz

Instaptoets hoofdstuk 1 : Verhoudingen

Klaar? Verder met hoofdtuk 1 Verhoudingen.
Rekenblokken 

Slide 17 - Diapositive

Lesdoel 1.
Ik herken een verhouding.
Helemaal mee eens
Neutraal
Helemaal mee oneens

Slide 18 - Sondage

Lesdoel 2.
Ik weet wanneer ik een verhoudingstabel kan inzetten.
Helemaal mee eens
Neutraal
Helemaal mee oneens

Slide 19 - Sondage

Ik wil graag meer uitleg.
Ja graag!
Nee bedankt!

Slide 20 - Sondage