Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Ecologie
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 3 - Quiz
Producent, consument of reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 4 - Quiz
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
D
Afvaleter
Slide 5 - Quiz
Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren
Slide 6 - Quiz
Zijn knolletjesbacteriën producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 7 - Quiz
We hebben een konijn, een zonnebloem, een tor en een bacterie. Wie is wie? Kies uit: producent, consument, afvaleter, reducent
Slide 8 - Question ouverte
Wat doen reducenten in een kringloop?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Organische stoffen zijn
A
energierijk
B
energiearm
Slide 11 - Quiz
Alleen ... kunnen energiearme stoffen omzetten in energierijke stoffen.
A
Consumenten
B
Reducenten
C
Producenten
Slide 12 - Quiz
Glucose =
A
Energiearm
B
Energierijk
Slide 13 - Quiz
Benoem een organisme uit het voedselweb dat energierijke stoffen maakt uit energiearme stoffen.
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het proces waarbij energiearme stoffen worden omgezet in energierijke stoffen?
A
Ademhaling
B
Verbranding
C
Fotosynthese
D
Transpiratie
Slide 15 - Quiz
Sleepvraag: energierijk of energiearm?
Energierijke stoffen
Energiearme stoffen
glucose
water
zuurstof
koolstofdioxide
mineralen
eiwitten
vetten
Slide 16 - Question de remorquage
Koolstofdioxide en water zijn energiearm. Toch is glucose energierijk. Waar zal deze energie vandaan komen?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Fotosynthese: Waar in een plant vindt fotosynthese plaats?
Slide 20 - Question ouverte
Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Fotosynthese
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Licht
Glucose
Slide 21 - Question de remorquage
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Wat is een voedselketen die uit meerdere voedselketens bestaat?
A
Een voedselweb.
B
Een voedselpiramide.
C
Een voedselkringloop.
D
Een voedselnetwerk.
Slide 25 - Quiz
In de voedselketen is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.
Wie staat er aan het eind van deze voedselketen?
A
algen
B
kikker
C
vis
D
reiger
Slide 26 - Quiz
Je ziet hier een voedselketen. Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Maak de voedselketen!
Slide 28 - Question de remorquage
Slide 29 - Diapositive
Wat is een voedselpiramide?
timer
1:00
A
Ander woord voor een voedselweb
B
De biomassa's van producenten en consumenten in lagen
C
Ander woord voor een voedselketen
D
Alle soorten van producenten en consumenten in lagen
Slide 30 - Quiz
Voedselpiramide van biomassa
A
Een piramide die laat zien hoeveel aantallen in een gebied leven
B
Een piramide die laat zien hoe stoffen wel of niet van de ene naar andere schakel gaan. Door bijvoorbeeld verbranding, uitscheiding en onverteerbare stoffen
C
Een piramide die laat zien hoe voedsel verdeeld wordt in een gebied
D
Een piramide die laat zien hoe energierijke stoffen van consument naar producent 1e en 2e orde gaan.
Slide 31 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste gebieden in de voedselpiramide