1. De leeftijd en woonsituatie van de cliënt. Denk aan zorginstelling intramuraal/extramuraal, somatiek, PG, VGZ van de cliënt. Kinderen, kleinkinderen, mantelzorg, sociale contacten/netwerk. Reden van opname.
(de naam houd je afgekort of verander je in verband met privacy)
2. De aandoeningen van de cliënt.
(deze werk je vervolgens uit in de Rode Loper)
Gebruikt de cliënt medicijnen, welke en waarom?