WW1 Unit 7.4
1 / 22
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Zet het werkwoord in de verleden tijd:
work
work
Slide 3 - Question ouverte
Zet het werkwoord in de verleden tijd:
stay
stay
Slide 4 - Question ouverte
Zet het werkwoord in de verleden tijd:
go
go
Slide 5 - Question ouverte
Zet het werkwoord in de verleden tijd: bring
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
He talked to you yesterday.
Slide 8 - Question ouverte
My uncle bruised his leg during football practice.
Slide 9 - Question ouverte
They won an expensive trip to New York.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
He talked to you yesterday.
(niet afkorten!)
(niet afkorten!)
Slide 12 - Question ouverte
My uncle bruised his leg during football practice.
(afkorten!)
(afkorten!)
Slide 13 - Question ouverte
They hated getting up early to go to school.
(niet afkorten!)
(niet afkorten!)
Slide 14 - Question ouverte
They won an expensive trip to New York.
