Schrijven. V1. Git. Volgorde deel 2. Met oefenen Taalblokken

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Schrijf een zin met een tijd, een manier en een plaats. Begin met Ik ga...

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf nog een zin met een tijd, manier en plaats. Begin met: Hij werkt

Slide 5 - Question ouverte

Vraagzinnen
Je kunt een vraag maken door een vraagwoord zoals hoe, wat, waar te gebruiken.

 
De woordvolgorde in een vraagzin met een vraagwoord is:
vraagwoord – persoonsvorm – onderwerp – rest van de zin



Slide 6 - Diapositive

Vraagwoord, persoonsvorm!
Hoe heet de broer van Marja?
Waarom is het in de zomer langer licht?
Waar woon jij?

Slide 7 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
Waar jij woont in Nederland?
B
Waar woon jij in Nederland?
C
Woon jij waar in Nederland?
D
In Nederland, jij woont waar?

Slide 8 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Hoe jij gaan naar jouw werk?
B
Hoe jij gaat naar jouw werk?
C
Hoe gaan jij naar werk?
D
Hoe ga jij naar jouw werk?

Slide 9 - Quiz

Taalblokken
2F spelling en grammatica
Zinsbouw
Vraagzinnen
20 opgaven.


Slide 10 - Diapositive