Periode 4 - Week 2

English
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

English

Slide 1 - Diapositive

To Do:
  • Planning
  • Examen Schrijven A2
  • Linking Words
  • Worksheet: Writing
  • Taalblokken: Writing + Grammatica en Spelling

Slide 2 - Diapositive

Planning

Slide 3 - Diapositive

Examen Schrijven
17 juni 2025
60 minuten
3 opdrachten
Digitaal
Woordenboek

Beoordelingscriteria:
  • Inhoud
  • Niveau
  • Samenhang
  • Woordenschat
  • Grammatica
  • Spelling & interpunctie
  • Afstemming publiek

Slide 4 - Diapositive

Linking Words
Fill in the correct linking words from the list. There may be more than one possibility!

Slide 5 - Diapositive

Writing -Worksheet 1
Exercise 1: Match the definitions to the words.
Exercise 2: Read the email and find the correct sentences.
Exercise 3: Read this email from your English-speaking friend Blake and the notes you have made. Write your email to Blake, using all the notes, in about 100 words.

Finished?: Taalblokken: Building Blocks A2 > Unit 1 / 3 > Writing
                                                  Grammatica & Spelling A2 

Slide 6 - Diapositive

Zelfstandige naamwoorden
Lidwoorden : a / an / the / geen lidwoord

  • zelfstandig naamwoord begint met een medeklinkerklank: a      >  a table
  • zelfstandig naamwoord begint met een klinkerklank: an   > an apple
  • bepaald lidwoord / meervoud : the  > the (only) doctor 
  • geen lidwoord: at school / in hospital  / in het algemeen


* uniform
*hour
*only child

Slide 7 - Diapositive

Gebruik: the / a / an /--

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandige naamwoorden: meervoud
  • Bij de meeste woorden -s of -es aan het woord plakken.
one chair - two chairs                one pizza- two pizzas                one boy- two boys
one kiss -   two kisses                one box- two boxes                    one play - two plays

  • Eindigt woord op medeklinker + y => -y wordt ies
one country - two countries         one strawberry -two strawberries

  • Eindigt woord op een -o => -es toevoegen.
one tomato - two tomatoes            one potato - two potatoes



Slide 9 - Diapositive

Zelfstandige naamwoorden: meervoud
  • Eindigt woord op een -f of -fe => -ves toevoegen
one  shelf >two  shelves                 one knife> two knives

  • sommige woorden hebben eigen meervoud > uit je hoofd leren. 
one mouse > two mice           one (wo)man > two (wo)men  one foot >two feet

  • sommige woorden blijven hetzelfde in het meervoud.
one fish > two fish           one sheep> two sheep    one deer> two deer

Slide 10 - Diapositive

Maak het meervoud van:

Slide 11 - Diapositive

Bijwoorden & Bijvoeglijk naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over eigenschap of toestand van een zelfstandig naamwoord
-the blue car
-a busy street

Bijwoord: zegt o.a. iets over een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord.
-a very busy street.
-he speaks loudly

Slide 12 - Diapositive

Bijwoorden

Slide 13 - Diapositive

Vul het bijwoord/bijv. naamwoord in:

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive