Paragraaf 4.3 - Hanze en De Pest
Steden ontstonden op de plek waar ................ waren. Welk woordje moet op de stippellijn staan?
A
Dorpen
B
Ambachtslieden
C
Markten
D
Kerken
1 / 20
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Steden ontstonden op de plek waar ................ waren. Welk woordje moet op de stippellijn staan?
A
Dorpen
B
Ambachtslieden
C
Markten
D
Kerken
Slide 1 - Quiz
Hoe heet dit gereedschap voor dieren dat als verbetering voor de landbouw gold?
Slide 2 - Question ouverte
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 3 - Quiz
Wat mocht een stad met stadsrechten?
Slide 4 - Question ouverte
Wat houdt een geldeconomie in?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Vraag van de paragraaf: waardoor groeide de handel en kwamen er nieuwe steden?
