Frans unité 5 oefenen
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
FAIRE
AU FUTUR
timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
faisons
font
fais
faites
fais
fait
Slide 2 - Question de remorquage
Schrijf het rijtje van "faire" op
Slide 3 - Question ouverte
______ ses devoirs (Kees maakt)
Slide 4 - Question ouverte
________ rien (u doet)
Slide 5 - Question ouverte
Welke woordjes staan in het rijtje van 6 en komen voor het znw ?
Slide 6 - Question ouverte
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands
Slide 7 - Question de remorquage
Geef de vrouwelijke vorm van:
1. nouveau
2. bon
3. beau
1. nouveau
2. bon
3. beau
Slide 8 - Question ouverte
Il regarde une ______ ______
--> serie interessant
--> serie interessant
Slide 9 - Question ouverte
ma mère a une ______ ______
--> voiture beau
--> voiture beau
Slide 10 - Question ouverte
Zeg in het Frans:
Hij draagt een groene pet
Hij draagt een groene pet
Slide 11 - Question ouverte
Zeg in het Frans:
Zij heeft blond haar
Zij heeft blond haar
Slide 12 - Question ouverte
Zet de getallen in de juiste volgorde
vingt
cinquante
dix
quarante
soixante
trente
Slide 13 - Question de remorquage
Zet de getallen van klein naar groot
quatre-vingt-six
treize
quatre-vingt-dix
soixante-neuf
quarante
cinquante-trois
Slide 14 - Question de remorquage
Eerst even wat getallen tot 20 herhalen. Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :
treize
trois
zéro
six
onze
seize
vingt
