M&O par. 6 en 7 H4.econ1

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is een kenmerk van een oligopolie?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Bij welke marktvorm zal het consumentensurplus het hoogste zijn?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Bij welke marktvorm zal het producentensurplus het hoogst zijn?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat ga je doen?
1. Zorg dat H2 par. 5 opdracht 1, 2, 4 af is + kijk het zelf na!
2. Maak H2 par. 6 opdracht 1 t/m 3 + 5  --> over 15 minuten t/m opdracht 2 af, die bespreken

Al klaar? Maak par. 7 opdracht 3 t/m 8 + 10 + 11 

Slide 14 - Diapositive

Par. 6 opdracht 2 bespreken

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Vraag g: hoe bereken je het producentensurplus bij een duopolie? En bij een volkomen concurrentie?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat ga je doen?
Werk verder waar je bent gebleven
Par. 6: 3 en 5 nog afmaken
Par. 7: 3 t/m 8 + 10 + 11 

--> Wat je hiervan niet af hebt, maak je af voor de volgende les 
Werk tot 5 min. voor het einde van de les door; dan paar vragen Lessonup

Slide 25 - Diapositive

Bij welke marktvorm heeft een aanbieder iets meer invloed op de prijs?
A
Heterogeen oligopolie
B
Homogeen oligopolie

Slide 26 - Quiz

Bij welke marktvorm is het consumentensurplus het grootste?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Oligopolie

Slide 27 - Quiz

Bij welke marktvorm is het producentensurplus het grootste?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Oligopolie

Slide 28 - Quiz

Welke marktvorm is efficiënt?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Oligopolie

Slide 29 - Quiz