opdracht 54 klassikaal 2 studenten bespreken de situatie. De anderen observeren
Jouw vader woont in het verpleeghuis. Je bent ontevreden over de manier waarop er met je vader wordt omgegaan. Regelmatig heeft hij vervuilde kleding aan. Je gaat een klacht indienen. Jij wilt graag dat de kleding van je vader sneller wordt verschoond
Student 1: Je klaagt bij een medewerker. Je bent daarbij erg onbeleefd en boos. Pas als je het gevoel krijgt dat de medewerker je goed wil helpen, word je wat kalmer en beleefder.
Student 2: Je bent medewerker. Er komt iemand naar je toe met een klacht. Ga gastvrij met de klager om. Luister naar hem of haar, toon begrip en blijf zakelijk. Bepaal wat je kunt doen om de klacht te verhelpen.