Les 6 4.6 Indexcijfers

Les 6 4.6 Indexcijfers
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 6 4.6 Indexcijfers

Slide 1 - Diapositive

Een indexcijfer is een verhoudingsgetal dat de daling of stijging van cijfers uit een verslagperiode ten opzichte van een basisperiode laat zien.

Slide 2 - Diapositive

In de commercie zijn de volgende drie indexcijfers belangrijk:

  • prijsindexcijfer, je meet de veranderingen van de prijzen gedurende een bepaalde periode.
  • hoeveelheidsindexcijfer, meet je de veranderingen in de hoeveelheden gedurende een bepaalde periode.
  • waarde-indexcijfer, meet je de veranderingen in de omzet gedurende een bepaalde periode.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Basisjaar

De periode waarmee je alle andere perioden vergelijkt bij de berekening van de indexcijfers noem je het basisjaar. 
Het basisjaar heeft altijd 100 als indexcijfer. Dat is in feite 100%, maar je schrijft er geen procentteken bij.

Slide 5 - Diapositive

Je wilt een indexcijfer berekenen voor een bepaalde periode: het verslagjaar
Daarvoor deel je de waarde van dat jaar door de waarde van het basisjaar en vermenigvuldig je de uitkomst met 100.

Slide 6 - Diapositive

Prijsindexcijfer

Het enkelvoudig prijsindexcijfer (EPI) drukt de verandering van de prijs van een product in de verslagperiode uit ten opzichte van de prijs van dat product in het basisjaar.

Het enkelvoudig prijsindexcijfer bereken je met de volgende formule.


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Maken 4.6 vraag 33

Slide 12 - Diapositive

Met een prijsindexcijfer kun je de nieuwe prijs van een product voor dat jaar berekenen.

Slide 13 - Diapositive

Als je wilt weten met hoeveel procent de prijs is gestegen ten opzichte van een ander jaar dan het basisjaar, gebruik je hiervoor de volgende formule. 




Het jaar waarmee je vergelijkt is ‘oud’, het jaar waarvoor je de prijsverandering berekent is ‘nieuw’.

Slide 14 - Diapositive

Maken 4.6 opdracht 34

Slide 15 - Diapositive

Hoeveelheidsindexcijfer

Het enkelvoudig hoeveelheidsindexcijfer (EHI) drukt de verandering van de hoeveelheid van een product in de verslagperiode uit ten opzichte van de hoeveelheid van dat product in het basisjaar. 
Het enkelvoudig hoeveelheidsindexcijfer (EHI) bereken je met de volgende formule.

Slide 16 - Diapositive

Maken 6.4 opdracht 35 en 36

Slide 17 - Diapositive

Waarde-indexcijfer
Het enkelvoudig waarde-indexcijfer (EWI). 
De waarde vind je door de prijs per eenheid te vermenigvuldigen met de hoeveelheid. 
Het waarde-indexcijfer gebruik je om de omzet van een product in de verslagperiode uit te drukken ten opzichte van de omzet van dat product in het basisjaar.
Het enkelvoudig waarde-indexcijfer (EWI) bereken je met de volgende formule.

Slide 18 - Diapositive

Als je alleen over prijsindexcijfers en hoeveelheidsindexcijfers beschikt, kun je ook daarmee enkelvoudige waarde-indexcijfers (EWI) berekenen. Uitgangspunt daarvoor is de volgende berekening:

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Maken 4.6 opdracht 37 en 38

Slide 21 - Diapositive

Verleggen van de basis
Als het basisjaar te ver in het verleden ligt, kunnen de indexcijfers in de loop van de tijd te hoog worden. 
In zo'n geval kun je de basis van indexcijfers verleggen. Dat doe je door voor het basisjaar een nieuwe periode te nemen.


Slide 22 - Diapositive

Maken 4.6 opdracht 39 en 40

Slide 23 - Diapositive