Spelling 4.1 en 4.2 Meervoud en tussenletters

Nederlands - les 13/14 maart
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands - les 13/14 maart

Slide 1 - Diapositive

Planning
Gram4.1 Spelling meervoud
('s / s, ën / en, woorden met een bijzonder meervoud)

Gram4.2 Spelling tussenletters
(pannenkoek, stationsklok, beresterk)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Je kunt de juiste spellingsregel toepassen bij het schijven van het meervoud van zelfstandige naamwoorden.

  2.  Je weet wanneer je welke tussenletters moet schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Zoek het lekker zelf uit!

Slide 4 - Diapositive

Hoe gaan jullie aan het werk?
  • Je bereidt in en groepje een korte presentatie voor over het onderwerp dat je toegewezen krijgt.

  • In die presentatie beantwoord je een aantal vragen die je vooraf van mij ontvangt. Gebruik de info uit de volgende slides voor het beantwoorden van de vragen.

  • Aan het einde van de les presenteren jullie kort jullie antwoorden op de vragen aan de rest van de klas / inclusief

Slide 5 - Diapositive

1. Meervoud van zelfstandig naamwoorden

Slide 6 - Diapositive

Beantwoord in je presentatie deze vragen:
  1. Welke verschillende soorten meervoud zijn er? 
  2. Wanneer gebruik je s of 's?  Geef voorbeelden.
  3. Wanneer gebruik je ën of en? Geef voorbeelden.
  4. Hoe zit het met woorden die eindigen op -ik, -el, -et?
  5. Hoe werkt meervoud bij Latijnse woorden?
  6. Bedenk 4 toetsvragen als afsluiting. Zorg daarbij dat er verschillende soorten meervoud aan bod komen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Tussenletters in samengestelde woorden

Slide 10 - Diapositive

Beantwoord in je presentatie deze vragen:
  1. Wat is een samenstelling? Geef voorbeelden.
  2. Welke tussenletters zijn er? Geef voorbeelden.
  3. Wanneer moet je welke tussenletter schrijven?
  4. Welke uitzonderingen zijn er? Geen voorbeelden.
  5. Bedenk  4 toetsvragen als afsluiting. Zorg dat daarbij verschillende soorten tussenletters aan bod komen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Huiswerk bij deze les
Wat 

Slide 16 - Diapositive