Nederlands: examenvoorbereiding Spreken & Gesprekken

Nederlands
Voorbereiding op het mondelinge examen Spreken
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Voorbereiding op het mondelinge examen Spreken

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Wat houdt het examen spreken in? 
  • Kenmerken van professionele presentaties en taalgebruik bespreken.
  • Nadenken over hoe kun je aantrekkelijk kunt presenteren.
  • Vragen?

Slide 2 - Diapositive

Mondelinge examens NL
Twee verschillende examens 
(Spreken & Gesprekken) die 
in één keer worden 
afgenomen.

Slide 3 - Diapositive

Spreken

  • Monoloog
  • Jij bent (voornamelijk) aan het woord
  • Vergelijkbaar met een presentatie/spreekbeurt
  • Presentatie maken mag, hoeft niet. Geen extra punten. 
Gesprekken voeren

  • Dialoog
  • Samen in gesprek
  • Werkoverleg, sollicitatie etc. 

Slide 4 - Diapositive

Algemene informatie 
  • Duur examen spreken: 
    2F: het examen duurt ongeveer 4 tot 6 minuten
    3F: het examen duurt ongeveer 6 tot 8 minuten

  • Duur examen gesprekken:
    2F: het gesprek moet ongeveer 6 minuten duren
    3F: het gesprek moet ongeveer 8 minuten duren








Slide 5 - Diapositive

Algemene informatie (1)

  • Aanwezig: examinator (gespreksleider) - student'
  • Geluidsopname
  • Thuis voorbereiden
  • Je mag aan
  • Uitslag binnen 14 dagen








Slide 6 - Diapositive

Algemene informatie (2)
Je wordt voor Spreken beoordeeld op:

  1. Samenhang (structuur, onderscheidhoofd-
    en bijzaken, etc.)
  2. Bereiken van je spreekdoel(en)
  3. Taalniveau (grammaticale zinsopbouw
    en woordvariatie)
  4. Afstemming taalgebruik op publiek
  5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en
  6. grammaticale beheersing




Slide 7 - Diapositive

Algemene informatie (3)
Je wordt voor Gesprekken beoordeeld op:

  1. Beurten nemen en bijdragen aan samenhang
  2. Bereiken van je spreekdoel(en)
  3. Taalniveau (grammaticale zinsopbouw
    en woordvariatie)
  4. Afstemming op gesprekspartner(s)
  5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en
    grammaticale beheersing




Slide 8 - Diapositive

Geef een voorbeeld wanneer je een zakelijke presentatie moet houden.

Slide 9 - Carte mentale

Wat zijn kenmerken van een goede (professionele) presentatie?

Slide 10 - Carte mentale

Inleiding
Middenstuk
Slot
Stel jezelf voor
Geef een korte samenvatting of conclusie
Vertel kort hoe je presentatie is opgebouwd
Vraag of er nog vragen zijn.
Bedank het publiek.
Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp.
Bespreek de deelonderwerpen in een logische volgorde

Slide 11 - Question de remorquage

Stappenplan van professionele presentatie

Slide 12 - Diapositive

Stap 1: Begin met impact
Een krachtige opening zorgt 
ervoor dat je meteen de aandacht 
van je publiek grijpt. 

Start dus positief!



Slide 13 - Diapositive

           Maar hoe?     
  • Stel jezelf voor: wie ben je?
  • Waarom vertel jij jouw verhaal? 
  • En/Of betrek je luisteraars door middel
    van een anekdote.
  • Maak de luisteraars nieuwsgierig.
  • Vertel (indien nodig) hoe je presentatie is
    opgebouwd.
  • Geef aan wanneer de luisteraard vragen
    kunnen stellen.

Slide 14 - Diapositive

Stap 2: De kernboodschap

Na je introductie geef je direct de 
kernboodschap van jouw presentatie 
(= belangrijkste wat je publiek moet 
onthouden passend bij jouw 
spreekdoel). 
Formuleer dit helder en bondig.



Slide 15 - Diapositive

           Maar hoe?    

Wat is het belangrijkste voor het 
publiek om te onthouden?


--> Wat is de stelling en wat is jouw 
positie (eens/oneens)?

Slide 16 - Diapositive

Stap 3: Inhoudelijk verhaal

Maar hoe?
  1. Zorg voor goede voorbereiding: logische opbouw en je besproken inhoud moet kloppen! (feiten vs. mening)
  2. Gebruik eventueel een ondersteunende PowerPoint als kapstok.
  3. Onderbouw je mening met goede argumenten. Bespreek ook    tegenargumenten en weerleg deze.
  4. Zorg voor een goede afstemming op (leefwereld) publiek: taalgebruik en duidelijke voorbeelden.



>>>

Slide 17 - Diapositive

Stap 3: Inhoudelijk verhaal (1)

Voor een levendige en interessante presentatie gebruik je verduidelijkende voorbeelden met concrete situaties en jouw eigen praktijkervaringen. Gebruik beeldende taal en stem die af op de interesse van je publiek.

Hoe zet je eventueel je PowerPoint in?
  • gebruik zo min mogelijk tekst op een dia (kernwoorden)
  • gebruik aansprekende plaatjes die jouw verhaal ondersteunen
    (beeld zegt vaak meer)

Slide 18 - Diapositive

Stap 4: Interactie en vragen
Zorg voor een proactieve houding en 
een duidelijke articulatie. Betrek je 
publiek bij je presentatie door interactie 
en eventueel tussendoor uit te nodigen 
voor een dialoog om de betrokkenheid 
te vergroten.


Slide 19 - Diapositive

           Maar hoe?    
In je introductie geef je aan wanneer
 het publiek vragen kan stellen.
Stel bij langere presentaties niet 
alleen aan het einde maar ook 
tussendoor vragen om te peilen of je 
boodschap begrepen.

Slide 20 - Diapositive

Stap 5: Samenvatting en herhaling van de kernboodschap
Aan het einde herhaal je jouw kernboodschap 
nogmaals, zodat deze goed blijft hangen bij je 
publiek. Dit helpt om jouw boodschap te 
verankeren en te versterken. Door de cirkel 
rond te maken en terug te komen bij je 
kernboodschap, geef je je presentatie een 
krachtige afsluiting.


Slide 21 - Diapositive

           Maar hoe?    
  • Geef een korte samenvatting of conclusie
  • Eindig met het herhalen van jouw
    kernboodschap.
  • Vraag of er nog vragen zijn.
  • Bedank het publiek voor hun aandacht.

Slide 22 - Diapositive

TIPS (deel 1)
Lees de opdracht goed door en begin op tijd met je voorbereiding!
Voorbereiding
- het spreekdoel van jouw presentatie (wat wil je bereiken?)
- de kaders (hoeveel tijd heb ik om mijn doel te bereiken?)
- het publiek (wat is de achtergrond van mijn luisteraars?)
- informatie verzamelen uit betrouwbare (!) bronnen 
- oefenen hardop zodat de lijn van je verhaal in je hoofd zit
- zorg dat je alles op tijd in orde hebt èn dat je op tijd bent!

Slide 23 - Diapositive

TIPS (deel 2)
Een PowerPoint is een ondersteunend hulpmiddel:
+ jij houdt de presentatie, jij vertelt jouw verhaal

- beperk het gebruik van slides
- beperk de tekst op een dia (voorkomt afleiding en voorlezen)
- maak eventueel gebruik van aansprekende plaatjes
- zorg dat je teksten en plaatjes achterin de zaal ook zijn te lezen
- controleer je spelling: taalfouten zijn niet professioneel!

Slide 24 - Diapositive

Aantrekkelijk presenteren

  1. Zorg voor goede voorbereiding
  2. Maak contact met je publiek
  3. Ga rechtop staan
  4. Zorg voor een open houding
  5. Spreek rustig en duidelijk

Slide 25 - Diapositive

Aantrekkelijk online presenteren (1)
1. Ga staan
(zorgt voor meer focus, beter ademhaling en dus vollere stem)
2. Zoek de interactie op
3. Iedereen camera’s aan.
(zorg dat je in een goed verlichte ruimte bent)
4. Zorg voor een rustige, neutrale achtergrond.
(voorkom afleiding van jouw inhoudelijke verhaal)

Slide 26 - Diapositive

Aantrekkelijk online presenteren (2)
5. Laat je gezicht en bovenlijf zien
(zorg dus dat je netjes en representatief gekleed bent)
6. Wees voorbereid, inhoudelijk en technisch.
7. Vertel een anekdote.
Het is verbindend en fijn om te luisteren naar iemand die ergens enthousiast of gepassioneerd over is. Dat zijn de dingen die mensen onthouden.

Slide 27 - Diapositive

Zijn er nog
vragen?

Slide 28 - Diapositive

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Question ouverte