"Katten"

"Katten"
Door: Elke en Xanne
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 12 min

Éléments de cette leçon

"Katten"
Door: Elke en Xanne

Slide 1 - Diapositive

1sk-c
Welkom
telefoon in bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 2 - Diapositive

1sk-d
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 3 - Diapositive

pak nu je agenda
Zoek De volgende les bio op:


isk c: di 1-4
isk d: ma 31-3

Slide 4 - Diapositive

huiswerk
lees: blz. 34 "een kat is een roofdier"
maak: opdr. 1 t/m 7
waar: blz. 35
Maak een woordenschrift met de woorden van deze les.

Slide 5 - Diapositive

doelen 
Je kent de volgende woorden
kat, tam, wild, roofdieren, klauwen, prooi, Jacht, instinct,
kater, poes, kitten, spinnen, snorren.

Slide 6 - Diapositive

doelen 
Je weet waarom een kat een roofdier is.
Je weet welke eigenschappen een kat heeft die hem een roofdier maken.
Je weet hoe een mannelijke, vrouwelijke en jonge kat genoemd wordt

Slide 7 - Diapositive

Deze les,

bespreken les
opdracht.

Slide 8 - Diapositive

telefoon op zijn kop op tafel!

Slide 9 - Diapositive

telefoon op zijn kop op tafel!
alleen in je hand bij een opdracht

Slide 10 - Diapositive

Nederlandse
Woorden met Kat

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Vidéo

Inhoud
-Woorden met "kat" erin
-Eigenschappen                        
-Kattentaal                         
                                    
               
             

Slide 13 - Diapositive

Woorden met "Kat" erin
-kattenkruid 
= Het is een plant die langdurig groeit, staat vaak op droge gebieden, lavendelblauw
-Katoen
=Textiel, dat is geweven van de pluizen, van de katoen
-Katholiek
=Iemand die meedoet met de Rooms-Katholieken godsdienst.
-Katapult
=Voorwerp om steentjes weg te schieten

Slide 14 - Diapositive

Kathedraal
Katachtig
Katrol
Kattenbeet
Katholiek
Katoen
Niet duidelijk
Duidelijk
Kattenbak

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Vidéo

Wat is een kat?
Een kat hoort tot de familie van de katachtigen. 
Katachtigen zijn roofdieren.

Een kat is een roofdier en woont bij de mens.  

Slide 17 - Diapositive

katachtigen

Slide 18 - Diapositive

Wat eet een kat?

katten zijn roofdieren, ze eten dus vlees. 
Ze eten vlees, vis en soms vogels. 
Wilde katten vangen "prooien" 

Slide 19 - Diapositive

huiskatten
Leven in huis bij mensen.
hoeven niet te jagen.

soms toch wel 
instinct

Slide 20 - Diapositive

geslacht
man: kater
vrouw: poes
jonge kat: kitten

Slide 21 - Diapositive

Hoe ziet de kat eruit?
ronde kop
korte snuit
grote ogen
snorharen
slank lichaam
zachte vacht
Scherpe oren en ogen
lange staart
scherpe klauwen

Slide 22 - Diapositive

Hoe ziet de kat eruit?

korte brede kaken
sterke knipkiezen
scherpe snijtanden. 


Slide 23 - Diapositive

klauwen 
Zeer scherpe nagels.
Intrekken.

Slide 24 - Diapositive

Als je vriendelijk bent
Als je veel huilt
Lieve naam voor iemand
Als je vaak zeurt
Als je snel, onaardig reageert
Veel van katten houden
Als je onaardige dingen zegt
Kattig
Kattenwijfje
Kattenkop
Kattenzeikert
Kattensnuitje
Kattengejank
Katvriendelijk

Slide 25 - Question de remorquage

Spreekwoorden
-Kat in het bakkie
Super makkelijk
-De kat in de gordijnen jagen
Iemand ergeren
-De kat uit de boom kijken 
Een afwachtige houding aangeven
-Als kat en hond leven



Slide 26 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~

~Spinnen~
  
~Komen knuffelen~

~Kopjes~

~Blazen~

Slide 27 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
  
~Komen knuffelen~

~Kopjes~

~Blazen~

Slide 28 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~

~Kopjes~

~Blazen~

Slide 29 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~

~Blazen~

Slide 30 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~
Wilt dat je hem/haar aait
~Blazen~

Slide 31 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~
Wilt dat je hem/haar aait
~Blazen~

Slide 32 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~
Wilt dat je hem/haar aait
~Blazen~
Ze zijn Bang, Boos!!

Slide 33 - Diapositive

kijk opdracht:
Welk van de volgende woorden hoor je?
kat, tam, wild, roofdieren, klauwen, prooi, Jacht, instinct,
kater, poes, kitten, spinnen, snorren.
Omcirkel deze in je map

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

huiswerk
lees: blz. 34 "een kat is een roofdier"
maak: opdr. 1 t/m 7
waar: blz. 35
Maak een woordenschrift met de woorden van deze les.

Slide 36 - Diapositive

Een bekende kat

Slide 37 - Question ouverte

Einde!!
dit is Monstertje :)

Slide 38 - Diapositive