Fictie

Fictie
Vooraf 
 
In deze opdracht staat fictie centraal. 
 



1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Fictie
Vooraf 
 
In deze opdracht staat fictie centraal. 
 



Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen  
Aan het eind van deze les kun je:  
- in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.  
- bij teksten onderscheid maken tussen fictie en non-fictie.   
- zelf fictie schrijven op basis van informatie.
 
  

 

Slide 2 - Diapositive

Fictie

Slide 3 - Carte mentale

Opdracht 1
Lees nu eerst de tekst over fictie en non-fictie van onderstaande website: https://www.cambiumned.nl/theorie/literatuur/fictie-non-fictie-literatuur-en-lectuur/

Slide 4 - Diapositive

Fictie of non-fictie?

Een website met informatie over Nepal
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quiz

Een wetenschappelijk artikel
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quiz

Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Lien

Geef antwoord op de volgende vragen. Overleg met je buurman of buurvrouw.
1. Is 'Het kistje' een goed voorbeeld van fictie? 
2. Vind jij de hoofdpersoon een realistisch personage in het verhaal? Waarom wel? Waarom niet?

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Zelf een stukje fictie schrijven  
Schrijf nu zelf een stukje fictie op basis van feiten!  
Lees eerst onderstaand artikel.  
  
Applaus te huur  
Een heuse juichverhuurdienst uit Keulen kon de vele opdrachten met moeite aan. Het studentenbedrijfje zorgde voor volk en lol op feestjes, speelde voor fanclub of haalde de klant op de luchthaven af alsof hij Michael Jackson was. Prijs: 100 euro om een fan te huren, die juicht en applaudisseert alsof zijn 

leven ervan afhangt. Jammer dat de studenten intussen zijn afgestudeerd. De applausdienst is opgedoekt.   
( Uit: Fladder) 

Schrijf op je werkblad een kort verhaaltje (fictie) met behulp van gegevens uit het artikel. Onderstreep in je tekst enkele feiten die je gebruikt. 
Laat je verhaaltje lezen aan een klasgenoot. Vraag om commentaar. Natuurlijk lees jij ook zijn/haar verhaal. Geef op een goede manier feedback.

Slide 10 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci