Verken de leerstof voor de les zodat we vlot aan de slag kunnen.
Jullie maken hier reeds kennis met de begrippen 'vragers van arbeid' en 'aanbieders van arbeid '. Als jullie naar de les komen zouden jullie mij deze begrippen moeten kunnen uitleggen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieSecundair onderwijs
Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Vraag- en aanbodschema op de arbeismarkt
Flipping the classroom:
Verken de leerstof voor de les zodat we vlot aan de slag kunnen.
Jullie maken hier reeds kennis met de begrippen 'vragers van arbeid' en 'aanbieders van arbeid '. Als jullie naar de les komen zouden jullie mij deze begrippen moeten kunnen uitleggen.
Slide 1 - Diapositive
Op wie is de uitspraak van toepassing? 1. Van hem gaat de vacature uit
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 2 - Quiz
Vacature
De werkgever geeft een vacature uit als hij op zoek is naar personeel.
Slide 3 - Diapositive
Op wie is de uitspraak van toepassing? 2. Hij schrijft de cv
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 4 - Quiz
CV
In een cv schrijven werkzoekenden beknopte informatie over zichzelf, gevolgde studies, werkervaring, ...
Slide 5 - Diapositive
Op wie is de uitspraak van toepassing? 3. Hij biedt zijn arbeid aan
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 6 - Quiz
Arbeid aanbieden
Werknemers bieden hun arbeid aan op de arbeidsmarkt.
Slide 7 - Diapositive
Op wie is de uitspraak van toepassing? 4. Hij vraagt naar arbeid
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 8 - Quiz
Arbeid vragen
Werkgevers vragen naar arbeid op de arbeidsmarkt. Ze zijn op zoek naar arbeidskrachten.
Slide 9 - Diapositive
Er zijn 225 436 niet-werkende werkzoekenden.
Arbeiders zijn de ................................................. van arbeid.
Sleep de woorden op de juiste plaats.
In de Albert Heijn zoekt naar 52 nieuwe werkkrachten.
Werkgevers zijn de ................................................ van arbeid.
aanbieders
vragers
Slide 10 - Question de remorquage
Er zullen 1 000 mensen gaan werken aan een loon van €2 600,00 bruto.
Duid het marktevenwicht aan op de grafiek.
Slide 11 - Question de remorquage
Tot in de les!
Hopelijk hebben jullie de betekenis van de begrippen kunnen achterhalen.