Schrijfvaardigheid A2 V6

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive


bijvoorbeeld: eigen stad, huis, gezin beschrijven; een hobby of dagelijkse werkzaamheden beschrijven; de dagelijkse weg naar school beschrijven; het uiterlijk beschrijven en de biografische gegevens geven van een filmster, een idool, een familielid, een vriend of van zichzelf; een excursie, een vakantie of een bijzondere gebeurtenis beschrijven.


Slide 4 - Diapositive

Beschrijf nu in 5 minuten je eigen stad (ciudad) of dorp (pueblo).
timer
5:00

Slide 5 - Question ouverte

Beschrijf nu in 5 minuten je huis.
timer
5:00

Slide 6 - Question ouverte

Beschrijf nu in 5 minuten je gezin.
timer
5:00

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

: om te bedanken voor geboden hulp, voor
een cadeautje, voor een uitnodiging; om te
verontschuldigen voor het vergeten van een verjaardag, het
niet nakomen van een afspraak; om iets te vertellen of te
vragen over dagelijkse zaken, zoals leeftijd, familie, school,
hobby’s en idolen, of over een reis of verblijf tijdens de
vakantie; om gemaakte afspraken te bevestigen. 

Slide 9 - Diapositive

Hoe begin je in het Spaans een informele brief?
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Hoe kun je vragen hoe het met iemand gaat?
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

Vertel hoe het met je gaat vandaag.
timer
1:00

Slide 12 - Question ouverte

Bedank iemand uit de klas ergens voor.
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Verontschuldig je ergens voor.
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

bijvoorbeeld: eigen stad, huis, gezin beschrijven; een hobby of dagelijkse werkzaamheden beschrijven; de dagelijkse weg naar school beschrijven; het uiterlijk beschrijven en de biografische gegevens geven van een filmster, een idool, een familielid, een vriend of van zichzelf; een excursie, een vakantie of een bijzondere gebeurtenis beschrijven.

Slide 16 - Diapositive

¿Qué te gusta hacer en tu tiempo libre?

Slide 17 - Question ouverte

¿Cómo es un día normal para ti?

Slide 18 - Question ouverte

¿Trabajas?

Slide 19 - Question ouverte

¿Cómo vas al colegio? Describe también la ruta.

Slide 20 - Question ouverte


Slide 21 - Question ouverte

 om te bedanken voor geboden hulp, voor
een cadeautje, voor een uitnodiging; om te
verontschuldigen voor het vergeten van een verjaardag, het
niet nakomen van een afspraak; om iets te vertellen of te
vragen over dagelijkse zaken, zoals leeftijd, familie, school,
hobby’s en idolen, of over een reis of verblijf tijdens de
vakantie; om gemaakte afspraken te bevestigen. 

Slide 22 - Diapositive

Hoe vraag je naar iemands leeftijd?

Slide 23 - Question ouverte

Bedenk een paar vragen die je over iemands familie kan stellen:

Slide 24 - Question ouverte

Beantwoord nu de leukste vraag die je van een klasgenoot hebt gezien:

Slide 25 - Question ouverte

Bedenk een paar vragen die je kunt stellen over iemands hobbies/ vrije tijd

Slide 26 - Question ouverte

Beantwoord nu de leukste vraag die je van een klasgenoot hebt gezien:

Slide 27 - Question ouverte

Bedenk een paar vragen die je over iemands school kan stellen.

Slide 28 - Question ouverte

Beantwoord nu de leukste vraag die je van een klasgenoot hebt gezien:

Slide 29 - Question ouverte


Slide 30 - Question ouverte

bijvoorbeeld: eigen stad, huis, gezin beschrijven; een hobby of dagelijkse werkzaamheden beschrijven; de dagelijkse weg naar school beschrijven; het uiterlijk beschrijven en de biografische gegevens geven van een filmster, een idool, een familielid, een vriend of van zichzelf; een excursie, een vakantie of een bijzondere gebeurtenis beschrijven.

Slide 31 - Diapositive

Beschrijf nu je favoriete acteur (actor) of actrice (actriz) zónder de naam te noemen. We gaan zo raden wie wie is ;). Vertel ook wanneer hij/zij is geboren.

Slide 32 - Question ouverte

¿Qué hiciste ayer?

Slide 33 - Question ouverte

¿Qué hiciste el fin de semana pasado?

Slide 34 - Question ouverte