Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Vwo2 Hoofdstuk 4 nieuw en oud berekenen (les 1)
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
oud = 80 en nieuw = 70.
Wat is de procentuele verandering?
A
-10%
B
14,29%
C
-12.5%
D
-14.3%
Slide 4 - Quiz
De inkoopkosten waren in juli €2.500, in augustus waren deze €2.450. Wat is de procentuele verandering?
A
98%
B
-2%
C
2%
D
102%
Slide 5 - Quiz
Hoe heet het getal 1,16 in de berekening NIEUW = 1,16 × OUD
A
factor
B
percentage
C
(100+16)/100
D
goede antwoord staat er niet bij
Slide 6 - Quiz
De prijs van een telefoon was 512 euro en de prijs neemt toe met 3%. De nieuwe prijs is dan...
A
512 x 0,03 = 15,36
B
512 x 1,3 = 665,60
C
512 x 1,03 = 527,36
D
512 x 1,003 = 513,54
Slide 7 - Quiz
Bij een afname van 27% is de vermenigvuldigingsfactor gelijk aan...
A
0,73
B
1,27
C
0,27
D
1,73
Slide 8 - Quiz
De prijs van een auto was 26.000 euro, de prijs neemt af met 27%. De nieuwe prijs is dan...
A
7020 euro
B
33020 euro
C
18980 euro
D
19020 euro
Slide 9 - Quiz
De toename is 30%
wat is de vermenigvuldigingsfactor om het nieuwe totaal te berekenen?
A
1,3
B
0,3
C
0,30
D
13
Slide 10 - Quiz
Hoe heet het getal 1,19 in de berekening NIEUW = 1,19 × OUD
A
vermenigvuldigingsfactor
B
percentage
C
(100+19)/100
D
goede antwoord staat er niet bij
Slide 11 - Quiz
Een product van 26,50 wordt 30% duurder. Welke berekening is juist als je de nieuwe prijs wilt weten?
A
26,50 x 0,30
B
26,50 x 0,7
C
26,50 x 130
D
26,50 x 1,3
Slide 12 - Quiz
Een hoeveelheid neemt met 3% af, je weet de oude hoeveelheid en wil nieuw berekenen. Wat doe je?
A
O
u
d
⋅
1
,
0
3
B
1
,
0
3
O
u
d
C
O
u
d
⋅
0
,
9
7
D
0
,
9
7
O
u
d
Slide 13 - Quiz
De huurprijs is met 4,7% verhoogd. De nieuwe huurprijs is €575,30. Wat is de huurprijs vóór de verhoging?
A
549,47 euro
B
553,52 euro
C
548,26 euro
D
602,34 euro
Slide 14 - Quiz
Vorig jaar was een brood €1,85 en nu € 2,05. De procentuele verandering is
A
+10,8%
B
+9,8%
Slide 15 - Quiz
Je inkomen stijgt van € 1.250 naar € 1.310 per maand. Wat is de procentuele verandering?
A
-4,6%
B
4,6%
C
-4,8%
D
4,8%
Slide 16 - Quiz
5.
Bereken de procentuele verandering van de CPI in 2016 ten opzicht van 2015
Jaar
2012
2013
2014
2015
2016
2017
CPI
93,6
100,0
103,2
106,0
108,4
112,5
A
2,4%
B
8,4%
C
6,0%
D
2,3%
Slide 17 - Quiz
Je inkomen stijgt van € 1.250 naar € 1.310 per maand. Wat is de procentuele verandering
A
-4,6%
B
4,6%
C
-4,8%
D
4,8%
Slide 18 - Quiz
Ik kan de procentuele verandering berekenen met de formule en ik kan oud en nieuw berekenen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Sondage
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
vwo2 Hfst4 procentuele verandering
16 days ago
- Leçon avec
15 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Paragraaf 4.4 + 4.5
December 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo Toets H4: Statistiek en procenten
December 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4: Statistiek en procenten
January 2025
- Leçon avec
34 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
statistiek en procenten
January 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Toets Hoofdstuk 4 3Havo Statistiek en procenten
January 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Procenten
December 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Paragraaf 4.2bc H33
September 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3