Diagnostische toets over 7..2 en 7.3

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

1.Op welke 2 manieren speelt macht een rol in het functionalisme paradigma?

2. Geef 2 voorbeelden van actoren met macht. Geef a.h.v. een voorbeeld aan welke kant van macht wordt ingezet

3. Wat is het verschil tussen een institutie en een instelling?

4. Geef de definitie van het begrip ideologie?

5. Benoem 4 hulp en machtsbronnen, leg ze uit en geef van elk een voorbeeld

6. Geef a.h.v. een voorbeeld van de socioloog Mills aan op welke manier hij ongelijkheid in macht signaleerde.

7.Geef de definitie van het kernconcept politieke institutie

8. Noem 5 voorbeelden van een politieke institutie

9. Geef de definitie van het kernbegrip macht

10. Geef het bijbehorende Engelse citaat en een voorbeeld van het Thomas Theorama

11. Wat is het verschil tussen formele en informele macht, geef van elk een voorbeeld?

12. leg uit welke theorie Montesquieu heeft bedacht en waarom deze past bij het functionalisme paradigma
theorie en perspectief t.a.v. macht

14. leg uit welke theorie Hobbes heeft bedacht en leg uit waarom deze past bij het rationele actor paradigma
theorie en perspectief t.a.v. macht

13. leg uit welke theorie Marx heeft bedacht en leg uit waarom deze past bij het conflict paradigma
theorie en perspectief t.a.v. macht