Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Een feitelijk argument is waar of onwaar en hoeft niet onderbouwd te worden.
Voorbeeld
Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.
Over een niet-feitelijk argument (mening) kan je niet mee eens zijn en daarom moet zo’n argument ondersteund worden.
Voorbeeld
- Iedereen moet naar de bioscoop 'Het Luxor', want deze bioscoop is heel fijn.
Met het argument ‘want die bioscoop is heel fijn’ zal niet iedereen het eens zijn en dat argument behoeft ondersteuning. Argumenten die je daarvoor zou kunnen aanvoeren zijn bijvoorbeeld: ‘de stoelen zijn er erg prettig’ en ‘op elke stoel heb je goed zicht op het filmdoek’.
cookieTextcookieStatement