H 6.3 Zouten

Rutherford en Bohr
Atoommodel van Rutherford     en      Atoommodel van Bohr





Beide moet je kunnen omschrijven
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rutherford en Bohr
Atoommodel van Rutherford     en      Atoommodel van Bohr





Beide moet je kunnen omschrijven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

atoombouw





Het atoommodel van Rutherford

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Atoommodel van Rutherford
Deeltje
Lading
Massa
Proton
+
+- 1u
Neutron
geen
+- 1u
Elektron
-
geen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.6 Atoombouw
Atoommodel van Rutherford
Het atoommodel van Rutherford bestaat uit twee onderdelen:

  1. atoomkern: bevat protonen en neutronen.
  2. elektronenwolk (schil): bevat elektronen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.6 Atoombouw
  • Ieder atoom heeft zijn eigen atoomnummer.
Atoommodel van Rutherford

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.6 Atoombouw
  • Het aantal neutronen wordt bepaald door het massagetal.
Atoommodel van Rutherford

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Notatie
Dit is een lithium (Li) atoom.
En het massagetal is 7.

notatie:
Dit is een Li-7 atoom.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Notatie
Aantal elektronen: 3 (atoomnummer)
Aantal protonen: 3 (gelijk elektronen)
Aantal neutronen 7-3 =4

notatie:
Dit is een Li-7 atoom.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Notatie atomen (in het periodiek systeem)
Helium (He)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zouten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Wanneer alleen metaalatomen met elkaar een binding aangaan, wordt het een metaal.

Wanneer niet-metaal atomen met niet metaal atomen een binding aangaan, noemen we dit een moleculaire stof. 

Maar wanneer een metaal & een niet-metaalatoom een binding met elkaar aangaan, noemen we dit een zout.
(Er zijn  groepjes 'moleculaire stoffen' die zich kunnen gedragen als een metaalatoom. In deze uitzondering heb je te maken met een niet-metaalzout.)


Aan het soort atomen herken je welk soort stof het is

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Zouten: eigenschappen van zouten 
Zouten hebben de volgende eigenschappen:
  • Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen
  • Zouten hebben een kristalrooster
  • Zouten zijn bij kamertemperatuur vast
  • Zouten hebben hoge smeltpunten
  • Gesmolten en opgelost geleiden zouten stroom
  • vaste zouten geleiden geen stroom
  • de totale lading van een zout is nul


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formules van zouten
  • Bestaan uit een metaalatomen en niet-metaalatomen
  • NaCl
  • Na = natrium (metaal)
  • Cl = chloor (niet-metaal) 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van ionen
  • Voor geleiding zijn geladen deeltjes nodig: de ionen.

  • Een zout is opgebouwd uit positieve metaalionen en negatieve niet-metaalionen

  • Hoe worden die ionen gevormd?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

metaalbinding

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ionaire verbindingen (=zouten)
De positieve en negatieve ionen
trekken elkaar aan.
Ionbinding (zeer sterk!)

Stof die uit ionen bestaat
is een zout.


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Metaalbinding

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zoutrooster
metaalrooster

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zoutrooster
  • Elke Na+ is omringd door Cl- en andersom
  • In vaste fase is dit rooster intact: geen vrij bewegende deeltjes voor geleiding
  • In vloeibare fase is dit rooster niet intact: wel vrij bewegende deeltjes voor geleiding

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de metaal- en niet-metaalatomen vormen ionen:
- een metaalion heeft een positieve lading
- een niet-metaalion heeft een negatieve lading

zouten bestaan dus uit geladen deeltjes: ionen
Na+  en Cl-

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ionbinding
  • aantrekkingskracht tussen  +  (=positief) ionen en
     -  (=negatief) ionen
  • erg sterk
  • het kost veel energie om binding te verbreken
ionrooster

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische geleidbaarheid
Een vast zout geleidt de stroom niet
Een gesmolten zout geleidt de stroom wel
Een opgelost zout geleidt de stroom wel
  
--> wat is nodig voor het geleiden van elektrische stroom?
herhaling 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschappen van zouten
MACRO niveau                                             MICRO niveau
hoog smeltpunt                                         ionbinding is erg sterk

geleiding elektrische stroom 
vast zout: niet                                             ionen kunnen niet bewegen 
gesmolten/opgelost zout: wel           ionen kunnen wel bewegen

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische geleidbaarheid 
  • Bij metalen: beweging van vrije elektronen door metaalrooster heen. Kan altijd.

  • Bij zouten: beweging van ionen. Kan alleen in oplossing of gesmolten toestand.

NOTEER & LEER

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oplossen van zouten

De meeste zouten kun je oplossen in water.

Wanneer je een zout oplost in water. Splitst deze op in ionen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.2 Het oplossen van zouten

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

oplosvergelijking
Bij een oplosvergelijking wordt een vaste stof(s) opgelost in meerdere reactieproducten (aq)



Let op! Deze vergelijkingen zijn altijd kloppend en met lading!!
NaCl(s)Na+(aq)+Cl(aq)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions