Geschiedenis Quiz


Wie is de persoon op dit schilderij?
A
Lodewijk Napoleon
B
Napoleon Bonaparte
C
Koning Lodewijk XIV
D
Meneer Faassen
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Wie is de persoon op dit schilderij?
A
Lodewijk Napoleon
B
Napoleon Bonaparte
C
Koning Lodewijk XIV
D
Meneer Faassen

Slide 1 - Quiz

De Grote Geschiedenisquiz (in het klein)

Slide 2 - Diapositive

Uit welke tijd komt dit beeld?
A
De tijd van de Grieken en Romeinen.
B
De tijd van jagers en boeren.
C
De tijd van steden en staten.
D
De tijd van monniken en ridders.

Slide 3 - Quiz

Waar staat het gebouw dat op de achtergrond te zien is?
A
Londen
B
Rome
C
Parijs
D
Athene

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de Griekse god van de zee?
A
Allah
B
Zeus
C
Poseidon
D
Cleopatra

Slide 5 - Quiz

Wat was een gladiator?
A
een soldaat
B
een vechter
C
een keizer
D
een dier

Slide 6 - Quiz

Welke taal spraken de Romeinen?
A
Latijn
B
Romeins
C
Grieks
D
Italiaans

Slide 7 - Quiz

Door Wie werd Julius Caesar vermoord? Door
A
Asterix en Obelix
B
senatoren
C
Cleopatra
D
Octavianus

Slide 8 - Quiz

Wie was de eerste keizer van de Romeinen?
A
Nero
B
Augustus
C
Caesar
D
Brutus

Slide 9 - Quiz

Dankzij keizer Augustus begon de 'Pax Romana'. Wat was dat?
A
Een tijd van veel oorlogen!
B
Een tijd van rust en vrede!
C
Een Romeinse verkiezing om keizer te worden.
D
Een Romeinse sportwedstrijd.

Slide 10 - Quiz

In welk jaar werd Jezus van Nazareth (waarschijnlijk) geboren?
A
het jaar 0
B
het jaar 1
C
het jaar 4 v Chr
D
het jaar 4 n Chr

Slide 11 - Quiz

Wie was Bonifatius?
A
een paus
B
een soldaat
C
een priester
D
een missionaris

Slide 12 - Quiz

Wat is een horige?
A
Iemand met een gehoorprobleem
B
Een rijke ridder
C
De baas van een klooster
D
Een boer die een deel van zijn vrijheid opgeeft.

Slide 13 - Quiz

Waar staat dit gebouw?
A
Jeruzalem
B
Rome
C
Mekka
D
Damascus

Slide 14 - Quiz

Waarom kreeg Keizer Karel de naam 'Karel de Grote'?
A
Hij had een groot rijk.
B
Vanwege zijn lengte
C
Dit was de achternaam van zijn vader.
D
Omdat zijn vader Pepijn de Korte heette

Slide 15 - Quiz

Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een bakker is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de tyfus.
B
Een bijnaam van de pest.
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep.
D
Een bijnaam van Covid-19.

Slide 19 - Quiz

Wat ontdekte Columbus?

A
Oost-Indië
B
Afrika
C
Amerika
D
China

Slide 20 - Quiz

Renaissance betekent
Renaissance betekent:
A
nieuwe interesse voor de oudheid
B
nieuwe interesse voor andere werelddelen
C
nieuwe interesse voor het geloof
D
nieuwe interesse voor de kunst

Slide 21 - Quiz

Wie is de schilder van dit schilderij?
A
Van Gogh
B
Vermeer
C
Rembrandt
D
Picasso

Slide 22 - Quiz

Wat was de oorspronkelijke naam van New York?
A
Nieuw Haarlem
B
Nieuw Amsterdam
C
Nieuw Antwerpen
D
Nieuw Rotterdam

Slide 23 - Quiz

De meeste slaven moesten werken in:
A
Afrika
B
Europa
C
Oost-Indie
D
Amerika

Slide 24 - Quiz

Dit is het interieur van een
A
katholieke kerk
B
protestantse kerk
C
moskee
D
synagoge

Slide 25 - Quiz

Hoe heet dit martelwerktuig?
A
De Teenschroef
B
De Vingerbreker
C
De Pinkendraaier
D
De Duimschroef

Slide 26 - Quiz

Op welke vreemde manier ging deze koning van Griekenland dood?
A
Gebeten door een aap
B
Gestruikeld en op zijn zwaard gevallen
C
Aangereden door de eerste trein van Griekenland
D
Geraakt door een schildpad die door een adelaar werd gegooid

Slide 27 - Quiz

De bever is een...
A
Knaagdier
B
Zoogdier
C
Vis
D
Buideldier

Slide 28 - Quiz

De brandgans is een...
A
Vogel
B
Vis
C
Groente
D
Vrucht

Slide 29 - Quiz

Het leukste vak dit jaar was...
A
Geschiedenis
B
Historie
C
Geschiedkunde
D
Anders namelijk..... (alsnog geschiedenis)

Slide 30 - Quiz