Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
hst 14.3 "katrollen en takels"
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt het verschil tussen vaste en losse katrollen beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe de kracht bij een takel verminderd kan worden.
Je kunt voor een takel het verband uitleggen tussen het aantal touwen waaraan een voorwerp hangt, de grootte van de hijskracht en de grootte van de hijsafstand.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
De vaste katrol
Een vaste katrol draait de kracht om. Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij VAST zit.
Slide 4 - Diapositive
Vaste katrol
Bij een vaste katrol is de spierkracht gelijk aan de zwaartekracht.
Haal je b.v. 3 m touw in, dan gaat de last ook 3 m omhoog.
Het voordeel is dat je omlaag kan trekken.
Slide 5 - Diapositive
De losse katrol
Een losse katrol maakt ons sterker.
De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.
Slide 6 - Diapositive
Takel
Vaste katrol met losse katrol: verdeelt het gewicht over hoeveel katrollen je toevoegd.
Slide 7 - Diapositive
Takel
Een takel heeft een vaste
en een losse katrol.
Haal je 3 m touw in, dan gaat de last de helft (1,5 m) omhoog.
Je benodigde spierkracht is maar de helft.
Slide 8 - Diapositive
Samenvatting
Een takel is een combinatie van minstens 1 vaste en 1 losse katrol.
Een vaste katrol is zo vastgemaakt dat hij niet meer op en neer kan bewegen.
Een losse katrol beweegt op en neer, samen met het voorwerp dat wordt opgehesen.
Slide 9 - Diapositive
Winst en verlies
Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand.
Met een takel wordt je als het ware 'sterker' , maar moet je wel meer touw inhalen.
Tel je N ( N is een getal) touwen, dan gaat het hijsen N x zo makkelijk
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Is het kleine katrolletje een vaste of losse katrol?
A
Vaste
B
Losse
Slide 12 - Quiz
Let op! Dit zijn twee vragen!!
Slide 13 - Diapositive
Opdracht
m = 75 kg, h= 8 meter, aantal touwen 6
F in newton, l in meters
Dit zijn er drie! Fz= m×g, F=Fz/N, l=h×N
Fz=75×10= 750 Newton F=750/6= 123 Newton l=8×6= 48 meter
Hij moet met 123 Newton aan het touw trekken, en moet 48 meter touw inhalen
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Wat is de werking van een vast katrol
A
het omdraaien van de kracht
B
het halveren van de kracht
C
het verdubbelen van de kracht
D
er gebeurt niets
Slide 16 - Quiz
Een verhuizer gebruikt een vaste katrol om een last van 800 N omhoog te hijsen over een afstand van 6 m. Wat is het voordeel van zo'n vast katrol?
A
Dan hoeft hij maar met 400 N aan het touw te trekken.
B
Dan hoeft hij minder arbeid te verrichten
C
Het is gemakkelijker om het touw naar beneden te trekken dan de kist omhoog.
D
Hij hoeft dan maar 3m touw in te halen.
Slide 17 - Quiz
Bereken de trekkracht in D
A
24 N
B
12 N
C
8 N
D
6 N
Slide 18 - Quiz
Bereken hoeveel touw je moet inhalen als het gewicht 5 meter omhoog moet
A
5 m
B
10 m
C
15 m
D
20 m
Slide 19 - Quiz
Is deze wip in evenwicht? (opg. 19)
Slide 20 - Diapositive
De balk is in evenwicht: bereken de lengte van de arm linksom (opg 20)
Slide 21 - Diapositive
Momentenwet
Hefboomregel; werkkracht x werkarm = lastkracht x lastarm Formule: M = F x l M1 = M2
F1 x l1 = F2 x l2
20 x 30 = F2 x 10
3600 = F2 x 10
F2 = 3600 : 10 = 360 N
Antwoord: De kracht aan de rechterkant is 360 Newton
Slide 22 - Diapositive
Opg. 23 p. 51 werkboek
Welke spierkracht is er nodig om de kruiwagen in evenwicht te houden?
1: Waar zit het draaipunt
Bij het wiel
2: Wat is de lengte van de arm die bij de zwaartekracht v/d kruiwagen hoort?
Lzwaartekracht = LA = 40 cm = 0,40 m
3: Wat is de lengte van de arm die bij de spierkracht hoort?
Lspier = LA + LB = 0,40 + 0,80 = 1,20 m
4: Wat is de zwaartekracht v/d kruiwagen?
Fz = m x g = 120 x 10 = 1200 N
5: Bereken de spierkracht die nodig is om de kruiwagen in evenwicht te houden. Gebruik de momentenwet/hefboomwet.
M1 = M2
Fz x Lz = Fspier x Lspier
1200 x 0,40 = Fs x 1,20
480 = Fs x 1,20
480 : 1,20 = Fs => Fs = 400 N
Gegevens:
m = 120 kg
LA = 40 cm
LB = 80 cm
Slide 23 - Diapositive
Leerdoelen H3.5 Katrollen
Ik kan ...
uitleggen wat een katrol is
uitleggen wat het verschil is tussen een vaste en een losse katrol
uitleggen hoe bij een katrol de kracht wordt verdeeld
rekenen met katrollen en takels.
Slide 24 - Diapositive
Verhuizen
Verhuizen naar een oud gebouw zonder lift, betekent veel spullen de trap op sjouwen.
Maar in Amsterdam is daar iets op bedacht.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
H3.5 Katrollen en takels
Waarom een katrol?
maakt tillen makkelijker
Verschil Katrol en Takel?
Een takel is een combinatie van twee of meer katrollen
=> kracht wordt verdeeld
Slide 27 - Diapositive
De vaste katrol
Een vaste katrol zit VAST
Een vaste katrol draait de kracht om =>
Richting veranderd én de
grootte v/d kracht veranderd NIET
Slide 28 - Diapositive
De losse katrol
Einde touw zit vast!
Een losse katrol maakt ons sterker.
De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.
Slide 29 - Diapositive
Takel
Combinatie van twee of meer katrollen (vast en los)
Voordeel:
De last wordt verdeeld over de touwen
Nadeel:
Wat je wint aan kracht verlies je aan afstand; Dus 1 meter omhoog => 2 meter touw inhalen
Slide 30 - Diapositive
Uit hoeveel losse katrollen bestaat deze takel
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 31 - Quiz
Je ziet maar de helft van een takel met 6 katrollen er lopen 12 kabels omhoog. Stel de lastkracht is 1200kN. Wat is de werkkracht?
A
100 kN
B
109 kN
C
200 kN
D
1200 kN
Slide 32 - Quiz
Een takel verandert de richting van een kracht altijd
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quiz
Practicum Katrollen (p. 13-14)
Resultaat
Conclusie (onderzoeksvragen)
1. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een vaste katrol
Kracht veranderd alleen van richting, niet van grootte (draait de kracht om)
2. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een losse katrol
De kracht wordt verdeeld over de twee touwen => kracht wordt 2x kleiner
Slide 34 - Diapositive
Resultaat / conclusie
Conclusie (onderzoeksvragen)
1. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een vaste katrol
Kracht veranderd alleen van richting, niet van grootte (draait de kracht om)
2. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een losse katrol
De kracht wordt verdeeld over de twee touwen => kracht wordt 2x kleiner
3. Leg uit of een takel dezelfde werking heeft als een hefboom. Geef aan waarom dat zo is?
een takel heeft dezelfde werking als een hefboom, omdat hij een kracht vergroot door een langere weg af te leggen met een kleinere kracht.