Havo 3: 17 december

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Cours de français

Jeudi, le 17 décembre

PROGRAMME

-Algemene afspraken online (ook voor na de vakantie)

-Herhaling grammatica futur simple (vorige les)

-Instructie / uitleg futur proche

-Liedje met werkwoord ALLER / GAAN

-Au travail

LE FUTUR SIMPLE

Nederlands: ik ZAL werken / jij ZULT  vieren / hij ZAL dromen ....

Frans: HELE WW + ai / as / a / ons / ez /ont

Ik zal werken = je travaillerai

Jij zult vieren = tu fêteras

Hij zal dromen = il rêvera

enz.

LE FUTUR PROCHE

Nederlands: ik GA werken / jij GAAT vieren / hij GAAT dromen

Frans: vorm van het ww ALLER + HELE WW

Je vais travailler

Tu vas fêter

Il va rêver

AU TRAVAIL

Maak de rest van deze LessonUp nu zelf.

Hiermee check je of je de stof begrepen hebt.

De antwoorden die je geeft zijn zichtbaar voor je docent, dus doe vooral heel hard je best ;-)

Je pourrai venir chez toi.

Il ira en France pendant Noël.

Elles vont acheter une baguette.

Je vais avoir 15 ans le 3 janvier.

Vous ferez les courses demain?

Nous habiterons à Zeist en 2021.

Tu vas faire la fête?

FUTUR PROCHE

FUTUR SIMPLE

zin 1: Vous allez devenir prof?
zin 2: Elles vont être hôtesse de l'air.

1. Zin 1 en 2 zijn beide futur simple
2. Zin 2 is een futur simple
3. Zin 1 is een futur simple en zin 2 een futur proche
4. Zin 1 en 2 zijn beide futur proche

Hoe maak je de futur simple (van een regelmatig werkwoord)?

Als een heel werkwoord op een E eindigt en je wil het in de futur simple zetten dan:

1. Vervalt de E als je de uitgangen van de futur simple er achter zet.
2. Zet je gewoon de uitgangen achter het hele werkwoord.
3. Krijg je andere uitgangen voor de futur simple.
4. Kun je dit werkwoord nooit in de futur simple zetten.

Hoe maak je de futur proche (van een regelmatig werkwoord)?

Vul de juiste vorm van de futur proche in:
Tu _______ (avoir) quelles matières?

1. feras
2. vais avoir
3. vas avoir
4. auras

Vul de juiste vorm van de futur simple in:
Vous _______ (aimer) quelles matières?

1. allez aimer
2. aimez
3. aimerons
4. aimerez

Je bent nu klaar met de quiz

Ga nu, als de les nog niet is afgelopen, oefenen met de voca van Chapitre 3 (F-N)

en/of

Oefen met de 6 onregelmatige werkwoorden van tb. blz. 38 in de futur simple en futur proche via:

http://www.verbuga.eu/Mise/Mise.html