Anne Frank House
Educational material about the Holocaust, discrimination and prejudice in past and present.

De eerste indruk

 De eerste indruk
‘ Je krijgt nooit een tweede kans voor een eerste indruk.’
1 / 7
next
Slide 1: Slide
BurgerschapTaal+2BasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 7 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

De leerlingen bekijken twee verschillende poppetjes in verschillende outfits. Wat bepaalt een eerste indruk? Daarna ontwerpen ze een poppetje met verschillende kledingstijlen en accessoires. Ze vergelijken het poppetje met hun klasgenoten. Wat is hun eerste indruk? Waren er veel overeenkomsten of juist verschillen? Leerlingen krijgen inzicht hoe ze naar zichzelf EN naar anderen kijken. Ook leren de leerlingen meer over de werking van het snelle oordeel en hoeverre stereotypen daar invloed op hebben.

Instructions

Lesdoelen 
  • De leerling ontdekt welke uiterlijke kenmerken een eerste indruk bepalen. 
  • De leerling ontdekt dat hij/zij vaak een snel oordeel kan hebben, zonder iets te weten over de persoon. 
  • De leerling ontdekt dat een snel oordeel of eerste indruk onjuist of onvolledig kan zijn. 
  • De leerling leert ruimte te geven aan andere leefstijlen en gewoontes.
Voorbereiding
  • Print op A3-formaat voor elke leerling het werkblad, eventueel dubbelzijdig.
  • Leg de volgende materialen klaar: scharen, plakstiften, kleurpotloden, verhaaltjesschrift

Instructions

Worksheets

Items in this lesson

 De eerste indruk
‘ Je krijgt nooit een tweede kans voor een eerste indruk.’

Slide 1 - Slide

Introductieslide
Vertel de leerlingen dat we gaan kennismaken met twee kinderen, Adam en Rebecca. We gaan daarbij op onze eerste indruk af. 
Wat is jullie 
eerste indruk?
Rebecca
Adam

Slide 2 - Mind map

Wat is jullie eerste indruk van Adam? 
En wat is jullie eerste indruk van Rebecca?
Waar komt deze indruk vandaan? 
Heb je nu
een andere
indruk van
Rebecca en
Adam?
Rebecca
Adam

Slide 3 - Mind map

Op deze slide zie je Adam en Rebecca in een ander outfit. 
Heb je nu een andere indruk van Rebecca en Adam? 
Waar komt deze anderen indruk vandaan? Hoe komt dat?
Hier heb ik mijn favoriete outfit aan om mee buiten te spelen. Het zit lekker comfortabel en mag vies worden. Ik ga namelijk graag naar het bos waar ik een boomhut aan het timmeren ben, samen met mijn broertje.
Dit doe ik aan wanneer ik naar de stad ga. Ik ga graag winkelen met mijn vriendinnen. Ik vind het dan leuk om mijzelf netjes aan te kleden. Het eten van een ijsje is altijd het hoogtepunt.
Je ziet dat ik wat puistjes heb, ik ben daar soms onzeker over. Mijn moeder zegt dat het door de puberteit komt. Het is dus heel normaal.
Mijn naam is Rebecca. Ik ben 11 jaar. Ik ben geboren in Bolsward, Friesland.

Slide 4 - Slide

Op deze slide maak je kennis met Rebecca. Lees dit met de klas.

Stel de leerlingen de volgende vragen:
Wat weet je nu wat je eerder nog niet wist? 
Waar ben je door verrast? 
Is je mening over Rebecca nu veranderd? 
Waar voel jij je wel eens onzeker over?

Let op:
  • Begrens kwetsende opmerkingen. Wees daarna niet bang om door te vragen. Waarom zeg je dat? Hoe kom je aan deze gedachte? Hoe zou jij het vinden als iemand je zo behandeld? Hoe vind jij dat mensen met elkaar om moeten gaan?
  • Gebruik leerlingen uit de klas niet ongevraagd als voorbeeld.
  • Laat leerlingen zelf initiatief nemen om meer over zichzelf te vertellen.
Hier heb ik mijn casual kleren aan. Ik ben gek op polo’s, want dan zie ik er netjes uit. Mijn moeder is dol op mijn krullen, maar ik vind ze maar vervelend. Ik heb liever het kapsel van voetballer Neymar. Daarom ben ik gisteren naar de kapper gegaan. Dat zie je op de tweede tekening. Wat vinden jullie van mijn nieuwe kapsel?
Op vrijdag gaan wij soms naar de moskee. De traditie is dat mannen een djellaba dragen. Ik vind het belangrijk om tradities te respecteren. Deze djellaba heb ik voor mijn verjaardag gekregen, ik vind het geweldig om te dragen.
Mijn vader is erg trots op mij, ik haal hoge cijfers op school. Hij is geboren in Marokko en op jonge leeftijd naar Nederland verhuisd. Dit was niet makkelijk voor hem. Wij vinden onze Marokkaanse afkomst belangrijk, maar ik ben ook een Nederlander. Het is bijzonder om twee culturen te hebben, maar het kan soms ook een beetje lastig zijn.
Mijn naam is Adam. 
Ik ben 12 jaar. 
Ik ben geboren in 
Rotterdam, Zuid-Holland.

Slide 5 - Slide

Op deze slide maak je kennis met Adam. Lees dit met de klas.

Stel de leerlingen de volgende vragen:
Wat weet je nu wat je eerder nog niet wist? 
Waar ben je door verrast? 
Heb jij ook eigenschappen of hobby’s waarmee je andere mensen kan verrassen? 
Hoe zou jij het vinden om twee culturen te hebben?

Let op: 
  • Begrens kwetsende opmerkingen. Wees daarna niet bang om door te vragen. Waarom zeg je dat? Hoe kom je aan deze gedachte? Hoe zou jij het vinden als iemand je zo behandeld? Hoe vind jij dat mensen met elkaar om moeten gaan? 
  • Gebruik leerlingen uit de klas niet ongevraagd als voorbeeld. 
  • Laat leerlingen zelf initiatief nemen om meer over zichzelf te vertellen.
1. Knip en plak een nieuw poppetje. 
2. Bedenk er een verhaaltje bij. 
3. Wat kun je zien aan de buitenkant? En wat kun je niet zien? Kun jij je klas verrassen?

Slide 6 - Slide

Een eigen poppetje ontwerpen

Vertel de leerlingen dat ze een eigen poppetje gaan ontwerpen. Gebruik hiervoor het werkblad dat te vinden is in de bijlage.

De leerlingen kiezen verschillende onderdelen op het werkblad. Deze onderdelen kleuren ze netjes in met kleurpotloden. Ze knippen de onderdelen langs de lijntjes uit. Dit plakken ze op het poppetje op het werkblad. De laatste stap is het uitknippen van het volledig aangeklede poppetje. Hierna kan een verhaaltje worden geschreven met een verrassingselement.

Als het poppetje klaar is, mogen de leerlingen een verhaaltje over hun poppetje schrijven. Dit kunnen ze in hun verhaaltjesschrift doen.
Presenteer je poppetje aan de groep!

Slide 7 - Slide

Afsluiting
  1. Als alle poppetjes klaar zijn, ruilen de leerlingen hun poppetje met hun buurvrouw of buurman.
    Wat is jouw eerste indruk van het poppetje?
  2. Hang de poppetjes op in de klas, bijvoorbeeld op het bord. Je kunt ook een foto maken van alle poppetjes en dit op het digibord laten zien. Bespreek de verschillen en overeenkomsten. Vraag daarna aan de klas: Wat is jouw eerste indruk? Welke uiterlijke kenmerken geven jou deze eerste indruk? 
  3. Laat de leerlingen nu meer over hun poppetje vertellen.
    Welk verhaal hebben ze erbij verzonnen? Hoe verrassen ze hun klasgenoten?
    Geef kinderen de gelegenheid om complimenten te verzinnen over de andere poppetjes. Benadruk dat iedereen een eerste indruk heeft, maar dat je eerst iemand moet leren kennen. Het gaat om het innerlijk!
Tip: 
  • Reageert iemand gek op een poppetje? Dit kan een mooie kans zijn om een gesprek te voeren over dit snelle oordeel. 
  • Mensen (jong en oud) kunnen schrikken of bang zijn voor mensen die er anders uitzien dan ze gewend zijn. Hierdoor kunnen ze anderen/andere groepen ongelijk behandelen of buiten sluiten. Dit gebeurt bewust en onbewust. Vooroordelen en/of discriminatie ligt op de loer. Besteed daarom aandacht aan verschillen en overeenkomsten in de klas. Op www.annefrank.org vind je meer lesmateriaal. 
  • Wil jij graag meer tijd aan deze les besteden? Laat dan de leerlingen twee verschillende poppetjes maken.