Begeleiden zorgvrager lesonderwerp 9

Lesonderwerp 9

Zorg, communicatie en rituelen rondom sterven, dood en afscheid nemen
binnen de diverse culturen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesonderwerp 9

Zorg, communicatie en rituelen rondom sterven, dood en afscheid nemen
binnen de diverse culturen

Slide 1 - Slide

Programma
Korte terugblik
religies
rituelen rondom sterven
Taken verpleegkundige bij rituelen
Rol van familie, mantelzorg en familie bij rituelen
Zorg voor sociale omgeving door verpleegkundige bij rituelen


Slide 2 - Slide

Doelen
  • Is bekend met de volgende religies/levensbeschouwingen : Christendom/Jodendom/Islam/Boeddhisme /Hindoeïsme en Humanisme
  • Kan in hoofdlijnen overeenkomsten en verschillen van bovenstaande religies/levensbeschouwingen benoemen
  • Heeft zich verdiept in de rituelen rondom sterven, dood, en afscheid binnen deze religie /levensbeschouwing en kan benoemen wat deze rituelen betekenen
  • Kent de taken van de verpleegkundige/verzorgende voor wat betreft de zorgverlening in de pre-terminale, terminale, stervensfase en na het overlijden binnen deze religie/ levensbeschouwing
  • Kent de rol van familie, mantelzorg, vrienden bij de rituelen
  •  Weet hoe de zorg voor de sociale omgeving van de stervende door de verpleegkundige/verzorgende binnen deze religie/levensbeschouwing wordt vormgegeven
  • Kan benoemen hoe hij/zij aankijkt tegen de genoemde rituelen en wet zijn/haar grens als verzorgende/verpleegkundige hierin aan te geven.

Slide 3 - Slide

Terugblik
  • Begeleidings- en verzorgingsaandachtspunten die van belang zijn in de (pre)terminale en stervensfase
  • De verstoorde stervensfase en factoren die hierop van invloed zijn
  • De zorg en richtlijnen na overlijden wat er allemaal geregeld dient te worden op de afdeling/kleinschalige woonvorm, thuis enz. als er iemand komt te overlijden
  • De zorg voor de sociale omgeving(naasten/medezorgvragers) na overlijden van hun dierbare en de taken van de verzorgende
  • Het rouwproces bij nabestaanden
  •  De meest voorkomende rouwreacties en vormen van gecompliceerde rouw
  • Het belang van verliesverwerking binnen het team

Slide 4 - Slide

Literatuur
Boek Persoonlijke Basiszorg 2 Thema 4 Hoofdstuk ‘Beleving tijdens het sterven’ (klein stuk over Religieuze rituelen)

Site met een document met uitgebreide informatie over de diverse gebruiken en rituelen in de
terminale fase
Deel I: Verpleegkundige aandachtspunten ten aanzien van gebruiken en rituelen.
Deel II: Gebruiken en rituelen bij de volgende religies en levensvisies:1.Christendom 2.Islam 3.Jodendom 4.Hindoeïsme 5.Boeddhisme 6.Humanisme

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

De 5 wereld godsdiensten
  • Christendom
  • Islam
  • Jodendom



  • Hindoeïsme
  • Boeddhisme

Slide 7 - Slide

Humanisme is een niet-religieuze levensbeschouwing die levensvragen tracht te beantwoorden vanuit het mens-zijn.

Slide 8 - Slide

Multireligieus
Bijna een kwart van de Nederlanders is multireligieus. 
Flexibel geloven in Nederland ‘Boeddha, Maria, een huisaltaar, gebedsvlaggetjes, een meditatiehoekje en een menora. Bij steeds meer Nederlanders zijn ze naast elkaar in huis te vinden. 
De grenzen tussen religies vervagen, we willen ons niet meer binden aan één traditie en omarmen vele religieuze stromingen’

Slide 9 - Slide

Enkele termen
Een ritueel is gedefinieerd als “een compositie van bewust vormgegeven handelingen waaraan de betrokken personen een bijzondere betekenis en waarde ontlenen.”
In een ritueel wordt een proces gemarkeerd met behulp van symbolen, woorden, beelden, klanken, en handelingen. Door een persoonlijk, op maat gesneden ritueel krijgt dit proces een diepere betekenis. 
Ritueelbegeleiders werken onafhankelijk van kerkelijke instanties. Zij brengen waar gewenst een spiritueel element, ook als de familie of nabestaande niet klassiek gelovig zijn. Ze zijn in staat mensen van elke achtergrond te begeleiden.

Slide 10 - Slide

Belangrijk! 
Ook wanneer je goed geïnformeerd bent over de gewoontes en culturele achtergronden kun je
beter navragen hoe het afscheid precies zal verlopen. Anders kom je toch voor verrassingen
te staan. 
Bij sommige culturen zijn klaagvrouwen aanwezig die het afscheid een dramatisch effect geven waar kinderen van kunnen schrikken.
 Weer andere culturen maken er een soort feest van waar gezongen en gedanst wordt. Bij sommigen staat eten centraal en wordt ook voedsel meegegeven aan de doden. 

Slide 11 - Slide

Christendom
Kenmerken:
  • Bij katholieken is het afscheid vormgegeven in een requimmis waarbij wijwater en wierook een belangrijke rol spelen.
  • Men collecteert, ten behoeve van de kerk of om missen op te dragen aan de overledene. 
  • De avond voor de uitvaart houdt men meestal een avondwake.
  •  Tijdens de dienst wordt een gedachtenisprentje uitgedeeld met een afscheidstekst of een tekst ter overweging. 
  • Bloemen zijn meestal in overdaad aanwezig. 
  • Bij protestanten is de uitvaartdienst veel soberder en traditioneel horen er ook geen bloemen bij. (Hierin zijn in sommige gemeentes veranderingen in te zien )

Slide 12 - Slide

Islam
Kenmerken:
  • Veel rituele voorschriften, reinheid neemt daarbij een belangrijke plaats in.
  • .De dode wordt in een laken of in witte doeken gehuld en besprenkeld met reukwater.
  •  Moslims worden vaak in het land van herkomst begraven of op een islamitische begraafplaats in Nederland, binnen 24 uur gebeuren. 
  •  Het lichaam wordt, het liefste in een linnen doek, zonder kist, begraven, op de rechterzij, met het gezicht richting Mekka. 
  • Boven het hoofd wordt met plankjes een afdakje gemaakt zodat het hoofd niet direct met aarde bedekt wordt. 
  •  Na de begrafenis volgt een rouwperiode van veertig dagen.

Slide 13 - Slide

Jodendom
Kenmerken:
  • Joodse uitvaarten vinden zo mogelijk binnen 36 uur na het overlijden plaats. 
  • De dode wordt begraven een kist van ongeschaafde en onbewerkte vurehouten planken. 
  • In de kist gaat wat aarde uit Israël mee. Meestal ontbreken de bloemen. 
  • Op weg naar het graf houdt de stoet driemaal halt om te laten zien dat er geen haast is. 
  • Nadat de kist in het graf is gezonken, maken de nabestaanden een scheur in hun kleren als teken van rouw. 
  • Na de uitvaart volgen voor de direct nabestaanden zeven dagen rouw, 'het sjiwwe zitten.' 

Slide 14 - Slide

Hindoeïsme
Kenmerken:
  • Hindoestanen kiezen vrijwel altijd voor een crematie omdat dat voor het lichaam de snelste manier is om terug te keren tot de bron. 
  • Er is ook vreugde een plek omdat de crematie de bevrijding van de ziel betekent.
  •  De dienst wordt geleid door de pandit, de hindoestaanse geestelijke die mantra's en gebeden opzegt, wierook brandt en rijstballetjes offert. 
  • De kist met de overledene is open. De zonen staan aan het hoofdeinde, de oudste zoon is kaalgeschoren. 
  • De stoet aanwezigen loopt langs de kist en legt er bloemen of bloemblaadjes in. 
  • Enkele mannelijke familieleden gaan mee naar de oven om de verbranding mee te maken. 
  • Op de dertiende dag eindigt de eerste rouw met een plechtigheid.

Slide 15 - Slide

Boeddhisme
Kenmerken:
  • Boeddhisten zien het overlijden niet als het einde van het leven. Ze zijn zich er wel van bewust dat hun huidige leven eindig is, daarom zijn  tijdens hun leven voorbereid op de dood. 
  • Boeddhisten zullen daarom geen angst, verdriet of andere negatieve gevoelens laten blijken bij een overlijden. Zulke gevoelens geven volgens hen blijk van een verkeerde gehechtheid aan het leven. 
  • Vaak wordt bij het sterfbed een altaartje ingericht.
  • Soms gaan boeddhisten ver in hun acceptatie van ziekte, ouderdom en de dood als onderdeel van het leven. bv. afzien van pijnbestrijding in de laatste levensfase, omdat ze die bewust willen meemaken. 
  • Euthanasie is voor veel boeddhisten al helemaal niet bespreekbaar.

Slide 16 - Slide

Humanisme
Kenmerken:
  • Er geen God, geen schepping en geen hogere bedoeling van het leven. 
  • Ziekte hoort voor humanisten bij de onvermijdelijke problemen van het leven.
  • Humanisten vinden het leven hier op aarde belangrijk. 
  • Er zijn geen vastgestelde regels of rituelen. Met betrekking tot afleggen en opbaren, de uitvaart, begraven of cremeren, alles mag
  • Levenskunst heeft betrekking op het totale leven, dus inclusief het sterven. Ook hier staat het maken van eigen keuzes voorop.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Opdracht
Kies een cultuur of religie uit waarover je onderstaande vragen gaat beantwoorden. Het is de bedoeling dat je een cultuur of
religie kiest die anders is dan je eigen cultuur of religie. Maak zoveel mogelijk gebruik van ervaringen die je op je werk of tijdens je stage
hebt opgedaan! Maak en bespreek samen deze vragen :

Slide 19 - Slide

  • Welke rituelen rondom sterven zijn er in deze cultuur of religie? Wat betekenen deze rituelen?
  • Hoe kijk je zelf aan tegen deze rituelen? Wat vind je ervan? Spreekt het je aan? Waarom wel of waarom niet?
  • Ken je deze rituelen uit de praktijk? Heb je ze wel eens meegemaakt of gezien op je werk of stage of misschien in een privésituatie? Hoe was de sfeer toen? Wat vond je ervan?
  • Wat zijn de taken van de verpleegkundige of verzorgende bij deze rituelen? Leg uit wat de rol van de familie of vrienden is bij deze rituelen en wat er dan nog van de verpleegkundige of verzorgende verwacht wordt.
  • Geef aan hoever jij vindt dat je in deze rituelen moet/kan meegaan als verpleegkundige of verzorgende.
  •  Verwerk je gegevens in een verslag en presenteer deze aan/ deel deze met de groep.  max 10-15 minuten

Slide 20 - Slide

Achtergrond informatie/ bronnen

https://npofocus.nl/artikel/7664/wat-is-hindoeisme
https://npofocus.nl/artikel/7661/wat-is-de-islam
https://npofocus.nl/artikel/7648/wat-is-het-christendom
https://npofocus.nl/artikel/7654/wat-is-het-jodendom
https://npofocus.nl/artikel/7651/wat-is-het-boeddhisme

Slide 21 - Slide

Taken/rol verzorgende verpleegkundige
naasten en familie v.w.b. de diverse rituelen
  • De familie speelt een belangrijke rol, ook in de communicatie en besluitvorming over ziekte en behandeling.
  • Ga er niet automatisch vanuit dat de patiënt het centrale aanspreekpunt is met wie alles moet worden besproken; vraag hoe de patiënt en de familie hierin staan en wat hun voorkeuren zijn.
  • Bij de meeste allochtonen is het de norm dat de familie tot het einde toe de patiënt geheel verzorgt.
  • Let daarom op de belasting van (vrouwelijke) mantelzorgers; ga niet af op hetgeen een eventueel ander (mannelijk) familielid hierover zegt.
  • Geef directieve adviezen over rusttijden en privacy, ook voor de mantelzorg.
  • Geef goede voorlichting over wat allemaal mogelijk is in het Nederlandse zorgsysteem en wat de zorgverzekering vergoedt.
  • De rol en taken van de zorgverlener: volg algemene richtlijnen en protocollen en sluit aan bij de diverse culturen/ religies/ levensovertuigingen

Slide 22 - Slide

Beslissingen rond
het levenseinde
Kernpunten:
  • Veel niet-westerse allochtonen streven naar zo lang mogelijk leven, niet naar "een goede dood"
  • Levenseinde bespoedigende maatregelen zijn vaak niet aan de orde, of vormen een taboe
  • Er is veel onwetendheid over en angst voor levenseinde bespoedigend handelen
  • Licht patiënt en familie hierover voor
Inventariseer wensen en zorgen

Slide 23 - Slide

Alternatieve middelen, medicatie gebruik en toediening

  •  Allochtonen gebruiken veel alternatieve middelen uit het land van herkomst die in Nederland minder bekend zijn
  • Vraag hier expliciet naar en bespreek eventuele bijwerkingen en interacties met voorgeschreven medicatie
  • Check in ieder geval of de patiënt bepaalde voor/of afkeuren heeft ten aanzien van toedieningsvormen; vermijd indien mogelijk zetpillen.

  • Vaak wordt medicatie onjuist ingenomen   misverstanden, met name bij mensen die de Nederlandse taal niet goed begrijpen
  • Informeer met name bij of er dierlijke ingrediënten gebruikt mogen worden.

Slide 24 - Slide

Pijn
  • Pijn wordt vaker niet geuit dan overdreven
  • Pijn is vaak een uiting van iets anders, zoals onvrede of ongemak
  • Veel allochtonen voelen zich niet serieus genomen als zij paracetamol krijgen benadruk dat paracetamol een effectieve pijnstiller is
  • Opioïden stuiten vaak op bezwaren wegens angst voor verslaving en sufheid en associatie met euthanasie; uitgebreide voorlichting is gewenst
  • Ga na of er voor- of afkeuren zijn voor bepaalde toedieningswegen van pijnstillers
  • Informeer naar het gebruik van  alternatieve middelen tegen pijn

Slide 25 - Slide

Depressie
  • Depressies komen veel voor bij allochtonen waarbij het migratieverleden een rol kan spelen
  • Antidepressiva worden vaak moeilijk geaccepteerd
  • In verband met angst voor bijwerkingen en mogelijke genetische verschillen in metabolisme (stofwisseling) is het verstandig laag te starten en langzaam op te hogen

Slide 26 - Slide

Misselijkheid en braken
  • Voeding heeft een belangrijke sociale en existentiële functie
  • Niet eten vanwege misselijkheid en/of braken is meestal geen optie, ook omdat het streven is zo lang mogelijk te leven
  • Geef concrete en duidelijke adviezen wat wel en niet gegeten en gedronken kan worden bij misselijkheid en/of braken
  • Besteed aandacht aan de huismiddeltjes die vaak helpen, ook vanwege de vertrouwdheid
  • M.n. Antillianen zijn vaker gevoelig voor bijwerkingen: wees terughoudend en voorzichtig in dosering van anti-psychotica (genetische aanleg, haloperidol bijv.)

Slide 27 - Slide

Obstipatie
  • Ontlasting is vaak een schaamtevol onderwerp, zowel voor de patiënt als voor de kinderen en familie
  • De aanwezigheid van een po-stoel in de kamer kan een probleem zijn
  • Geef duidelijke en concrete adviezen over de tijden waarop de patiënt naar de toilet moet en dus geen bezoek mag hebben
  • Vraag naar gebruik van huismiddeltjes tegen obstipatie en ga na of hier bijwerkingen of interacties van bekend zijn

Slide 28 - Slide

Delier
  • Delier wordt niet herkend als onderdeel van lichamelijke ziekte
  • Er is veel onwetendheid en schaamte over. Geef daarom goede uitleg in een vroeg stadium over wat delier is, dat het kan optreden en dat het behandelbaar is
  • M.n. Antillianen zijn vaker gevoelig voor bijwerkingen: wees terughoudend en voorzichtig in dosering van antipsychotica
  • Ga bij een onbehandelbaar delier na of palliatieve sedatie mogelijk is binnen de cultuur/religie van de patiënt

Slide 29 - Slide

Welke 5 wereldgodsdiensten zijn er?

Slide 30 - Open question

Humanisten geloven in meerdere goden
A
Juist
B
ONjuist

Slide 31 - Quiz

Wat zijn ritueelbegeleiders?
A
Mensen die alle rituelen kennen
B
Mensen die werken voor de katholieke kerk
C
Mensen die onafhankelijk van kerkelijke instanties werken
D
Mensen die andere mensen alle rituelen aanleren

Slide 32 - Quiz

Het is altijd belangrijk om na te vragen hoe een afscheid precies zal verlopen ook al weet je veel over een cultuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Waarom is het belangrijk altijd navraag te doen?

Slide 34 - Mind map

Afscheid bij Christendom
A
afscheid met een requiem mis
B
Er kan een avondwake zijn
C
Er wordt geld ingezameld voor missen
D
alle 3 zijn juist

Slide 35 - Quiz

Bij de islam:
A
Overledenen moeten begraven worden binnen 72 uur
B
Reinheid is niet belangrijk
C
Hebben ze een rouwperiode van 40 dagen
D
Alle 3 zijn juist

Slide 36 - Quiz

Uitvaarten bij de joden vinden zo mogelijk plaats binnen 36 uur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Hindoeïsme:
A
Crematie= snel terugkeren naar de bron
B
Crematie is rein

Slide 38 - Quiz

Boeddhisme: men laat graag negatieve gevoelens zien
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Afronding

Zijn er vragen??

Slide 41 - Slide

Volgende onderwerp
Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen
bij ethische dilemma’s
Voorbereiden:
Boek Begeleiden Thema 11 Hoofdstuk ‘Begeleiding bij zingeving en ethiek’
Boek Persoonlijke Basiszorg 2 Thema 5 Hoofdstuk ‘Terminale zorgvragers: zorgrelaties en dilemma’s’

Slide 42 - Slide