Boodschappen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Boodschappen

Slide 2 - Slide

aan het einde van de les.....
  • weet je hoe je een etiket kunt lezen
  • weet je hoe je de kwaliteit van producten kan beoordelen
  • weet je waar je op kunt letten als je boodschappen gaat doen

Slide 3 - Slide

Boodschappen doen voor een cliënt....waar ga jij op letten?

Slide 4 - Open question

Wat zijn de wensen van de cliënt?
Hoeveel geld mag het kosten?
Heeft de cliënt nog voldoende boodschappen in huis?
Heeft de cliënt bepaalde dieetwensen, allergieën of intolerantie? 

Slide 5 - Slide

Boodschappenlijst maken....waar let je op?

Slide 6 - Open question

Boodschappenlijstje
Hoeveel geld neem je mee?
Heeft de cliënt nog voldoende boodschappen in huis?
Wat zijn de wensen van de cliënt qua merken en smaken?
Heeft de cliënt bepaalde allergieën of intolerantie? 

Slide 7 - Slide

Allergieën en intoleranties
Allergenen zijn stofjes die allergische reacties kunnen geven. Ze komen het lichaam binnen via het eten. 

Allergenen moeten vermeld staan op het product.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Zoek uit
hoeveel calorieën heb jij nodig?

timer
3:00

Slide 10 - Open question

wat zie je op een etiket?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Wat moet er op een etiket staan? Maak een lijstje.
timer
5:00

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Mag je gehakt met een TGT van 9 oktober 2023 vandaag gebruiken?

Slide 15 - Open question

Mag je melk met een THT van 9 oktober 2023 vandaag gebruiken?

Slide 16 - Open question

Waar moet je op letten als je iets gebruikt wat over de THT datum is?

Slide 17 - Open question

Inhoudsmaten.......

Slide 18 - Slide

Wat wordt bedoeld met inhoudsmaat in (milli)liters of (kilo)grammen?
A
Het uitlekgewicht van het product zonder vocht
B
De hoeveelheid product aangegeven in volume of gewicht
C
Het nettogewicht van het product zonder de verpakking
D
Het brutogewicht van verpakking en product samen

Slide 19 - Quiz

Wat is het uitlekgewicht?
A
Het gewicht van het product zonder de verpakking
B
Het totale gewicht van verpakking en product samen
C
Het gewicht van het product zonder vocht
D
Het gewicht van het product met een speciaal e'tje

Slide 20 - Quiz

Wat is het nettogewicht?
A
Het gewicht van het product zonder vocht
B
Het gewicht van het product met een speciaal e'tje
C
Het gewicht van het product zonder de verpakking
D
Het totale gewicht van verpakking en product samen

Slide 21 - Quiz

Tip opbergen in de koelkast
  • In de koelkast of koelruimte is de temperatuur meestal tussen de 4 en 5 graden en maximaal 7°C. 
  • Bederfelijke producten (zoals vleeswaren, gesneden groente, gebak, eieren, kaas) moet je altijd gekoeld bewaren. 
  • Dat geldt ook voor producten met op de verpakking 'na opening gekoeld bewaren'.
 

Zorg dat niks lekt of drupt. Daarmee help je onderlinge besmetting voorkomen.
Onder in de koelkast vind je meestal een groentela. Hierin kun je ongesneden groente bewaren, die je niet apart hoeft te verpakken.
Zet geen warme producten in de koelkast, maar laat ze eerst afkoelen. Anders wordt de temperatuur in de koelkast te hoog.
Doe de koelkast meteen weer dicht nadat je er wat hebt uitgehaald.
Zet gekoelde producten na gebruik direct terug in de koelkast.

Slide 22 - Slide

koelkasttips
  • Bewaar de meest bederfelijke spullen op de koudste plek in de koelkast. (bovenin of achterin) 
  • Houd rauwe producten apart van gerechten die al bereid zijn.
  • Bewaar producten altijd afgedekt of in een gesloten bakje.
  • Zorg dat niks lekt of drupt. 
  • Groentela; Hierin kun je ongesneden groente bewaren, die je niet apart hoeft te verpakken.

Slide 23 - Slide

Koelkasttips vervolg
  • Zet geen warme producten in de koelkast, maar laat ze eerst afkoelen. 
  • Doe de koelkast meteen weer dicht nadat je er wat hebt uitgehaald.
  • Zet gekoelde producten na gebruik direct terug in de koelkast.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Maak en lees de "laat je niet foppen" quiz.
Noteer drie dingen die je uit de quiz geleerd hebt

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Link

Wat kun je beter eten....boterham met
100% pindakaas of chocopasta.
Leg je antwoord uit.
timer
5:00

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Waar kun je op letten als je gezonder wilt eten?

Slide 30 - Open question

Waar let je op bij het doen van boodschappen

Controleer of de groente en het vlees vers zijn en niet over de houdbaarheidsdatum.
Kijk of de verpakking heel is.
Houd in de gaten of je binnen het afgesproken budget blijft.
Zorg dat het grootste deel van wat je koopt gezond is.
Leg zware producten onder in de boodschappenkar.
Leg koelkast- en diepvriesproducten op het laatst in de boodschappenkar.
Ga na het boodschappen doen direct terug naar huis en berg de spullen meteen op.
Neem een eigen boodschappentas mee.

Slide 31 - Slide