5.2 Sociaal gedrag

Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
A
Goed
B
Fout
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
A
Goed
B
Fout

Slide 1 - Quiz

Mensen en dieren reageren niet altijd op prikkels. Welke 2 oorzaken worden hiervoor genoemd in je boek?

Slide 2 - Open question

Een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept, noemen we....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Signaal

Slide 3 - Quiz

Maak een foto van een supranormale prikkel die in je boek staat.

Slide 4 - Open question

Lesdoelen les 1 van 5.2


  • Kunnen uitleggen wat sociaal gedrag is en welke soorten gedrag hierbij horen.

  • Kunnen uitleggen wat een territorium is welke gedragingen hierbij horen.

Slide 5 - Slide

Wat is sociaal gedrag?
  • Als soortgenoten elkaar tegen komen, reageren ze op elkaar. Solitair (alleen) levende dieren, zoeken elkaar alleen op in de voortplantingstijd. Groepsdieren hebben de hele tijd met elkaar te maken.

  • Al het gedrag tussen soortgenoten heet sociaal gedrag. In de biologie kan sociaal gedrag ook over ruzie met soortgenoten gaan.

Bij sociaal gedrag hoort:
  • Territoriumgedrag
  • Voortplantingsgedrag
  • Groepsgedrag

Slide 6 - Slide

Solitair dier

Slide 7 - Slide

Groepsdieren

Slide 8 - Slide

Territorium
  • Iedereen wil graag een eigen plek, dieren ook. Zo'n eigen plek noemen we een territorium.

  • In een territorium brengen dieren hun jongen groot, of zoeken ze naar voedsel.

  • Dieren laten zien wat de grenzen van hun territorium zijn. Dit noem je afbakenen.

Afbakenen gebeurt meestal door mannetjes en kan doormiddel van:
1. Geluiden, zoals bij zangvogels
2. Geurvlaggen, zoals bij zoogdieren.

Slide 9 - Slide

Afbakenen door geluid

Slide 10 - Slide

Afbakenen door geurvlaggen

Slide 11 - Slide

Gedrag in het territorium
  • Dieren verdedigen hun territorium tegen soortgenoten.

  • Als er een indringer is, wordt de 'eigenaar' van het territorium agressief. Hij vertoont dan aanvalsgedrag.
  • De indringer vertoont dan meestal vluchtgedrag.
  • Op de grens van het territorium zie je vaak dreiggedrag.

Slide 12 - Slide

Zelf aan de slag (5.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. 

  • Opdrachten in het werkboek (5.2)
  • Zelf samenvatten (schrift) 
  • Samenvatting werkboek 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 13 - Slide

Lesdoelen les 2 van 5.2


  • Kunnen uitleggen welke gedragingen bij voortplanting horen.

  • Kunnen uitleggen welke verdelingen er bestaan bij groepsdieren (binnen de groep).

Slide 14 - Slide

Gedrag bij voortplanting
  • Voortplantingsgedrag wordt geregeld door uitwendige prikkels, maar ook inwendige prikkels.

  • Veel dieren gebruiken supranormale prikkels om een geschikte partner te vinden.

  • Bij honden en katten lokken vrouwtjes de mannetjes, door een speciale geur in de urine.

Slide 15 - Slide

Een reu ruikt aan de geur van de urine dat een teefje loops is.

Slide 16 - Slide

Gedrag bij voortplanting

  • Het gedrag waarmee een mannetje en vrouwtje elkaar lokken, heet baltsgedrag.

  • Honden besnuffelen elkaar en sommige vogels voeren samen een 'dans' uit.

  • Door de balts laten dieren elkaar weten dat ze geschikte partners zijn. Het baltsgedrag vergroot de bereidheid tot paren.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Hoe leven dieren in groepen?
  • Groepsdieren, zoals wolven, vertonen veel sociaal gedrag. Ze werken samen en hebben daarbij een taakverdeling.

  • Wolven leven in een roedel, hierbij is altijd één leider. Dit is het sterkste mannetje (alfamannetje).

  • De leider is dominant over de andere dieren van de roedel. De andere dieren zijn onderdanig.

Slide 19 - Slide

Rangorde bij wolven

Slide 20 - Slide

Hoe leven dieren in groepen?
  • Bij kippen wordt de rangorde uitgevochten door elkaar te pikken. Daarom spreek je bij kippen ook van een pikorde.

  • De hen die het hoogste in de rangorde staat pikt alle andere hennen, maar wordt zelf nooit gepikt.

  • De hen die bovenaan in de rangorde staat, mag bijvoorbeeld als eerste eten.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Zelf aan de slag (5.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdrachten in het werkboek (5.2)
  • Zelf samenvatten (schrift) 
  • Samenvatting werkboek 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 23 - Slide