BPV P2 W2

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

BPV periode 2 week 2

stage ervaringen week 2

VOG en Stagegegevens mailen.

account aanmaken digibib 

vorige week

uitleg opdracht 2  en verder werken aan oefenexamen A

VOG en stage gegevens

•  Marwa  Aya VOG laten zien.
• stagegegevens mailen: school, naam en email begeleider(s) en telefoonnummer stageschool. ontvangen van Hidde, Dunya, Azra, Dana en Aimée.

presentatie stageschool

Je maakt een presentatie met alleen afbeeldingen.

De afbeeldingen passen bij de tekst die je erbij wilt vertellen.

Afbeeldingen kunnen ook foto’s zijn van bijvoorbeeld het gebouw, werkjes van kinderen.

Ook kunnen ze een gevoel of waardering van iets uitbeelden.

op de volgende dia nogmaals de punten waarover je gaat presenteren.

Oefenopdracht A

Pak je oefenopdracht erbij.

lees inleiding V1 en V2 door je hebt hiervoor 10 minuten 

Wat zijn de 2 opdrachten van examen A waarvoor je gaat oefenen?

Wie heeft de opdracht V1 al af?

Ja

nee

al wel mee bezig

af en ingeleverd op IL

les 2 oefenopdracht examen A

Opdracht V2 executieve functies en planmatig werken

• voorbereidende theorie
• uitleg van de opdracht.
• waar inleveren

Executieve functies 

je zou kunnen zeggen dat ‘executieve functies’ manieren zijn waarop je je eigen gedrag stuurt. Denk aan: iets plannen (vooruitdenken over wat je gaat doen); ergens je aandacht bij houden; je impulsen onder controle houden (je wilt liever gamen maar gaat toch eerst je huiswerk maken); op tijd komen.

De term ‘executieve functies’ komt uit de neuropsychologie. Het gaat hier om functies – vaardigheden – die je nodig hebt om te handelen. Je uitvoering dus. Voor het gemak wordt ook wel over ‘regelfuncties van het brein’ gesproken.

We willen je graag het volgende meegeven: 

• weten dat veel wat we doen  vaardigheden zijn op het gebied van executieve functies. Executieve functies zijn een betere voorspeller van schoolsucces dan het IQ. Door je handelingen te richten op  van executieve functies, draag je bij aan de ontwikkeling van de kinderen in jouw klas.

 

• het belangrijk is om te beseffen dat je als onderwijsassistent  heel veel doet aan het versterken van executieve functies.

• denk niet te moeilijk.  Het zijn vaak de kleine dingen die het hem doen. Neem de tijd om de leerlingen te observeren en zo te ‘luisteren’ naar wat ze nodig hebben. Om executieve functies bij kinderen te versterken, moet je ze kunnen onderscheiden en zien wat er goed gaat en wat nog in ontwikkeling is. Observatie is een krachtige tool als het gaat om signaleren van executieve-functieproblematiek.

• Als je met kinderen werkt aan het versterken van executieve functies, is het goed om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.

praktijkvoorbeeld PLANNING 

Kelmers laatje is één grote puinhoop. Alles is erin gepropt en alle ‘schatten’ die Kelmer op het schoolplein vindt, kan hij moeilijk weg¬doen. Het bakje dat de juf voor het verzamelen van spulletjes heeft gegeven, zit bomvol en Kelmer is verder gaan verzamelen in zijn pen¬nenbak. Hij kan in zijn laatje nooit vinden wat hij zoekt. Als hij aan het werk moet, is hij eerst bezig met het zoeken van spullen. Vaak moet Kelmer de hele inhoud van zijn laatje op de grond leggen voordat hij vindt wat hij nodig heeft. 

Kelmer heeft moeite met planning en organisatie. Hij kan geen overzicht houden en heeft moeite met het opruimen en ordenen van zijn spullen. 

Planning betreft feitelijk de voorbereiding van activiteiten. Door te plannen vraag je je af hoe je iets gaat doen en welke stappen er nodig zijn om het doel te behalen.

 Planning heb je nodig bij werk maken, het voorbereiden van en meedoen aan sportieve activiteiten, het opruimen en schoonmaken van je kamer of werkplek, aankleden, bepalen wat belangrijk is en prioriteiten stellen (Kulman, 2013). Dat lukt Kelmer overduidelijk niet. Je gebruikt je organisatievermogen in situaties waarin je de controle over jezelf en je spullen moet hebben. En ook dat vindt Kelmer lastig. Het is belangrijk dat je weet waar dingen zijn, hoe je eraan komt en hoe je ze bij elkaar krijgt. 

Makkelijker gezegd: bij plannen gaat het om het stappenplan en bij organisatie om het klaarleggen van de benodigdheden. Plannen en organiseren zijn twee executieve functies die vaak samengaan

De opdracht V2

Verdiep je, met behulp van minimaal twee bronnen die gericht zijn op het onderwijs, in de termen 'executieve functies' en 'planmatig werken'. 

Beschrijf in een verslag deze twee termen in eigen woorden.

Bedenk vervolgens (minimaal) drie situaties waarbij jij de vaardigheid 'planmatig werken' zelf nodig hebt gehad.

Denk bijvoorbeeld aan situaties waarin je te maken kreeg met planning, besluitvorming, organisatie of aanpassing.

Beschrijf deze situaties kort in je verslag en geef aan op welke manier jij tijdens die situaties planmatig gewerkt hebt.

Resultaat van het verslag 

De student heeft:

● de termen 'executieve functies' en 'planmatig werken' in eigen woorden

omschreven;

● de omschrijving van de termen executieve functies en planmatig werken op ten

minste twee verschillende (internet of literaire) bronnen gebaseerd;

● ten minste drie persoonlijke situaties beschreven waarin zij de vaardigheid planmatig

werken heeft ingezet.

Waar lever je de opdracht in.

Als je het verslag af hebt, lees je indicatoren bij de feedbackonderwerpen nog eens door.

Heb je daaraan voldaan? Pas zo nodig je verslag aan.

Lever het dan in op ITS -Learning

 BPV/ oefenexamens/ inleveren oefenexamens/oefenexamen A/

Opdracht V2: Executieve functies/planmatig werken

Vragen???

succes met het maken van de opdrachten en vertel erover aan je stage begeleider.