les 1 /2Montag den 5. September

Guten Tag
Wie geht es euch?
timer
5:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?
timer
5:00

Slide 1 - Slide



  • oortjes uit
  • mobiel in de tas/kluis of thuis
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?

1.  Vorstellen. Wer bin ich/wer bist du? -->lesson-up klas aanmaken/boek doornemen
2. Wiederholung letztes Jahr: was wisst ihr noch?
3. Wiederholen Haben und Sein
4. Vorschau dieses Jahres
5. üben




Slide 3 - Slide

Lernziele:
  • Je bent in staat om de hulpwerkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd te vervoegen en te gebruiken in een zin
  • Je hebt de eerste 10 woorden van dit hoofdstuk geleerd B Wortschatz wb blz 48 N-D
  •  je hebt de eerste 7 woorden van dit hoofdstuk geleerd A Sehen  wb blz 49 D-N

Slide 4 - Slide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link



Wat weten jullie nog van vorig jaar?




Slide 7 - Slide

wat heb je vorig jaar
geleerd?

Slide 8 - Mind map

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Vorig jaar heb je geleerd: (aantal hebben minder Duits gehad)

  • persoonlijke voornaamwoorden
  • vragend voornaamwoorden
  • haben en sein  in de tegenwoordige tijd
  • zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd
  • voltooid deelwoord
  • de modale werkwoorden  dürfen, können, mögen, (en möchten),  müssen, sollen, wollen en wissen
  • het geslacht van zelfstandig naamwoorden (der/die/das/die)
  • de uitgangen van ein- en kein-
  • bezittelijk voornaamwoorden

Slide 9 - Slide

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Dit jaar ga je leren:

Grammatica:
  • haben en sein in de verleden tijd
  • het werkwoord werden
  • vervoeging van sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd
  • voltooid deelwoord (herhaling + sterke werkwoorden)
  • de modale werkwoorden (tegenwoordige en de verleden tijd)
  • de derde naamval incl. de voorzetsels die de derde naamval krijgen
  • het gebruik van het stappenplan

en verder gaan we lezen, kijken en luisteren, spreken en schrijven.

Slide 10 - Slide

Dieses Kapitel: Umgebung
Leerdoel:
  •  je kunt over het weer praten en een omgeving beschrijven

Grammatik:
  • de werkwoorden haben en sein in de verleden tijd
  • het voltooid deelwoord (Wiederholung)






Slide 11 - Slide

Wiederholen: haben oder sein ????

Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen) !!!!
Dat betekent dat je achter een stam een letters of meerdere letters moet zetten.
Je zegt namelijk niet in het Nederlands jij loop. Daar hoort nog een t achter.

Slide 12 - Slide

het werkwoord haben
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 13 - Drag question

het werkwoord sein
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 14 - Drag question

............... du Zeit für mich?

Slide 15 - Open question

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 16 - Open question

.................. du müde?

Slide 17 - Open question

.............. Sie schon wieder krank?

Slide 18 - Open question

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Slide 19 - Open question

Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt.

Slide 20 - Open question

.............. ihr froh, dass der Urlaub beginnt?

Slide 21 - Open question

Er ........... seine Oma schon lange nicht mehr gesehen.

Slide 22 - Open question

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.

Slide 23 - Open question

Hoe ver ben ik?
A
Ik weet alles
B
Ik weet het redelijk goed
C
Ik weet het een beetje
D
Ik weet het niet zo goed

Slide 24 - Quiz

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?   üben mit der Konjungierung (vervoeging) von
              haben und sein
Wie?   selbstständig, am Computer;
             https://duitsleren.org/oefeningen haben und sein
Hilfe?  Seite 146
Zeit?    10 Minuten
Fertig? Geh weiter mit Aufgabe 2 auf Seite 15




timer
10:00

Slide 25 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit: (Hausaufgaben Dienstag)

Was?     Macht Aufgabe 2, ,3, 4 (+ reden) und 5 auf Seite 15-17
Wie?       selbstständig
Hilfe?     die Wörterliste auf Seite 48/49
Zeit?       10 Minuten
Fertig?  Wiederhole die Wörter die ihr am Anfang dieser
                Stunde gelernt habt! B N-D + A D-N





timer
10:00

Slide 26 - Slide

Heb ik de leerdoelen behaald?
  •     ben ik in staat om de hulpwerkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd te vervoegen en te gebruiken in een zin?
    •  heb ik de eerste 10 woorden van dit hoofdstuk geleerd? + de 7 woorden DN

Slide 27 - Slide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

Machen:
Aufgaben 2, ,3, 4, 5,  (Seiten 15-17)

Lernen: haben en sein t.t.
Woorden de berg t/m de zee (Seite 48)
der See t/m die Biene (Seite 49)

Slide 28 - Slide



Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!


Slide 29 - Slide