H7, start H8

NT2 0-A1 profiel hoog -  Contact! 1
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

NT2 0-A1 profiel hoog -  Contact! 1

Slide 1 - Slide

- Herhalen Pluralis van substantieven met Wordwall
- Start H7 Aan de ontbijttafel
                       *  dialoog luisteren
                        * je mening over eten geven
                        * adjectief/ comparatief/superlatief
- Dictee woorden H1 - H6

maandag

Slide 2 - Slide

* Je kunt zeggen wat je wel en wat je niet lekker vindt 

* Je kunt zeggen hoe iets smaakt

* Je kunt twee dingen met elkaar vergelijken (comparatief en superlatief gebruiken) 
                   
                       
                        



Lesdoelen

Slide 3 - Slide

https://wordwall.net/nl/resource/3382958/wat-is-het-meervoud
Herhalen Pluralis van substantieven met Wordwall

Slide 4 - Slide

filmpje met woordenschat "ontbijt"

Luister en herhaal de woorden

Slide 5 - Slide

H7      Aan de ontbijttafel
We bekijken samen blz. 65 van het tekstboek.
We luisteren naar de dialoog "buffet" en lezen
daarna in 2-tallen de dialoog hardop (opdr. 1 en 2).

Slide 6 - Slide

H7      Aan de ontbijttafel
Opdracht 3 en 4

Ik hou(d) van .....

Ik lust graag/geen ... (lusten kun je alleen voor eten/drinken gebruiken)

Ik vind ... lekker/ heerlijk/ vies

Slide 7 - Slide

Mondeling oefenen -> opdracht 5
Wat vind jij wel/ niet lekker? (popcorn methode)

Om de beurt een adjectief (lekker, leuk, mooi) noemen. Hoe ver komen we?





Slide 8 - Slide

Adjectief, comperatief en superlatief (opdr. 6)
hoofdregel
warm  -  warmer  - warmst(e)

regelmatige vormen op -r
lekker  -  lekkerder  - lekkerst(e)
zwaar  -   zwaarder  - zwaarst(e)

onregelmatige vormen

graag  -   liever    - liefst(e)
veel     -   meer     - meest(e)
weinig -  minder - minst(e)
goed    - beter     - best(e)

Slide 9 - Slide

https://wordwall.net/resource/13195745/oefening-comparatief
Adjectief, comparatief, superlatief oefenen met wordwall

Slide 10 - Slide

H7 Opdracht 7

Slide 11 - Slide

de
het
dichtbij
deze
dit
ver weg
die
dat
Ezelsbrug:                         Ezelsbrug:
alles eindigt op -e           alles eindigt op -t

Slide 12 - Slide

H7      Aan de ontbijttafel
Opdracht 8 en 9 
Voor opdracht 8a krijg je een werkblad

Ik ben ouder dan Yilmaz.
Wij zijn even groot.
Ik ben even groot als Yilmaz.

Slide 13 - Slide

Dictee woorden H1 - H6
luister naar de woorden en schrijf ze op

Slide 14 - Slide

Huiswerk voor donderdag: 

- maken werkboek H7.
   Opdracht 14 (bladzijde 54) inleveren
- leren: woorden H7



      

Slide 15 - Slide

-  H7 Aan de ontbijttafel
                       * spreekoefening
                        * herhalen lesstof vorige les 
                        * klanken en spelling
- het boodschappenlied luisteren
- H8 In de supermarkt
                        * dialoog luisteren
                        * onregelmatige comparatieven
                        

Donderdag

Slide 16 - Slide

vragen over oefeningen in het werkboek H7?

Slide 17 - Slide

H7      Aan de ontbijttafel
Opdracht  9 


a. Praat met een medecursist, Jullie willen samen lunchen. Kies een dag, een tijd en een locatie. Maak een afspraak.

b. Lees samen de lunchkaart. Wat vind je (niet) lekker? Waar heb je zin in? Stel vragen en geef je mening.

Slide 18 - Slide

Weet je hoe al dit lekkers in het Nederlands heet?

Slide 19 - Slide

Weet je het nog? Adjectief, comparatief en superlatief 
hoofdregel
warm  -  warmer  - warmst(e)

regelmatige vormen op -r
lekker  -  lekkerder  - lekkerst(e)
zwaar  -   zwaarder  - zwaarst(e)

onregelmatige vormen

graag  -   liever    - liefst(e)
veel     -   meer     - meest(e)
weinig -  minder - minst(e)
goed    - beter     - best(e)

Slide 20 - Slide

Herhaling H7
Gebruik de comparatief

Slide 21 - Slide

de
het
dichtbij
deze
dit
ver weg
die
dat
Weet je het nog?

1. Wil je ..... eitje hier of ....... eitje daar?
2. Vind je ...... broek hier of ...... broek daar mooier?
3. Ga jij naar ..... school daar?
4. ..... aardbeien zijn verser dan ..... aardbeien.

Slide 22 - Slide

klanken en spelling, bladzijde 72

Slide 23 - Slide

Het boodschappenlied
We luisteren naar het boodschappenlied.
Schrijf op wat de vrouw in het liedje allemaal koopt.

                                                                             

Slide 24 - Slide

Het boodschappenlied
De vrouw koopt:

1 kilo kaas
een blikje soep
een banaan
een tomaat
een stukje worst
een pakje thee
een zakje snoep

Slide 25 - Slide

H8      In de supermarkt
We bekijken samen blz. 75 van het tekstboek en luisteren daarna naar de dialoog 
We gaan koken

maken: opdracht 1 en 2 (bladzijde 76-77)

Slide 26 - Slide

H8      In de supermarkt
Luister naar het filmpje en spreek de woorden 
steeds na.

Slide 27 - Slide

H8      In de supermarkt
Onregelmatige comparatieven
goed   - b.....
graag  - l.....
veel      - m...
weinig - m....

Maken: opdracht 3, bladzijde 77

Slide 28 - Slide

Mondeling oefenen in drietallen opdracht 4
Wat eet je het liefst?
Welke groente eet je het minst?
Welk fruit eet je het meest?
Welke supermarkt vind je het best?
Welke producten kosten het minst? En
welke het meest?
https://wheeldecide.com/?c1=a&c2=b&c3=c&c4=d&c5=e&c6=f&c7=g&c8=h&c9=i&c10=j&c11=k&c12=l&c13=m&c14=n

Slide 29 - Slide

Pim pam pet
- Het rad bepaalt de beginletter

- Schrijf in tweetallen een product op dat je in de supermarkt kunt kopen met de beginletter die het rad laat zien

https://wheeldecide.com/?c1=a&c2=b&c3=c&c4=d&c5=e&c6=f&c7=g&c8=h&c9=i&c10=j&c11=k&c12=l&c13=m&c14=n

Slide 30 - Slide

H8      In de supermarkt
Imperatief

- De imperatief wordt gebruikt om instructies te geven.
- Voor de imperatief gebruik je de stam (ik vorm)

maken: opdracht 5 en 6
luisteren: opdracht 7

Slide 31 - Slide

H8      In de supermarkt: conjuncties
- Met conjuncties plak je twee zinnen aan elkaar
- Conjuncties maken de relatie tussen de zinnen duidelijk

Maken: opdracht 9 en 10, bladzijde 79

Slide 32 - Slide

H8      In de supermarkt
luisteren en vocabulaire 

maken:  11, 12, 13, 14 

Slide 33 - Slide

H8     klanken en spelling
opdracht 15, bladzijde 81

Slide 34 - Slide

geheugen trainen en spreken oefenen
Ik ga naar de supermarkt en ik koop suiker

Ik ga naar de supermarkt en ik koop suiker en melk

Ik ga naar de supermarkt en ik koop suiker, melk en brood 

enzovoort

Slide 35 - Slide

Huiswerk voor maandag: 

herhalen : woorden H1- H7



      

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide