Persoonsvorm in t.t. of v.d.?

Persoonsvorm in t.t. of v.d.?
Persoonsvorm in t.t. of vtd.?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Persoonsvorm in t.t. of v.d.?
Persoonsvorm in t.t. of vtd.?

Slide 1 - Slide

Noteer het voltooid deelwoor
Noteer het 
voltooid deelwoord.

Slide 2 - Slide

De bergbeklimmers zijn eindelijk veilig naar beneden ________ (afklimmen).

Slide 3 - Open question

De oude brieven zijn door de verzamelaar zorgvuldig ________ (bewaren).

Slide 4 - Open question

De vaas is per ongeluk van de tafel ________ (vallen).

Slide 5 - Open question

Het concert heeft meer bezoekers dan ooit ________ (aantrekken).

Slide 6 - Open question

Noteer het voltooid deelwoor
Noteer het tegenwoordige tijd

Slide 7 - Slide

De jury ________ (toekennen) elk jaar een prijs aan degene die het meeste talent ________ (vertonen).

Slide 8 - Open question

Terwijl hij ________ (wandelen), ________ (besluiten) hij spontaan een omweg te maken door het bos.

Slide 9 - Open question

Jij ________ (doorbrengen) vaak je vrije tijd in de bibliotheek, of niet?

Slide 10 - Open question

Als de zon door de wolken ________ (doorbreken), ________ (schitteren) de sneeuw in alle kleuren van de regenboog.

Slide 11 - Open question

Noteer het voltooid deelwoor
Staat de pv in t.t. of vtd?

Slide 12 - Slide

Ik heb hockey gespeeld.
A
Tegenwoordig tijd
B
Voltooid deelwoord

Slide 13 - Quiz

Hij heeft taart gekocht
A
Tegenwoordig tijd
B
Voltooid deelwoord

Slide 14 - Quiz

Ella schrijft een boek
A
Tegenwoordig tijd
B
Voltooid deelwoord

Slide 15 - Quiz

Noteer het voltooid deelwoor
Sleep de juiste werkwoord in de juiste tijd

Slide 16 - Slide

Voltooid deelwoord
Tegenwoordige tijd
gehad
 weggegaan
doorgelezen
Dansen
Eet

Slide 17 - Drag question