Trainingsleer Kracht

Oefentoets kracht
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Sport en BewegenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets kracht

Slide 1 - Slide

Krachttraining in het algemeen heeft
A
Grote capaciteit en groot vermogen
B
Kleine capaciteit en een groot vermogen
C
Klein vermogen en kleine capaciteit
D
Kleine capaciteit en klein vermogen

Slide 2 - Quiz

Kracht u.h.v.
explosieve kracht
Duur kracht
Snel kracht

Slide 3 - Drag question

Welke soort kracht heeft het grootste vermogen?
A
Duurkracht
B
Explosieve kracht
C
Kracht UHV
D
Snelkracht

Slide 4 - Quiz

Welke soort kracht heeft de grootste capaciteit?
A
Duurkracht
B
Explosieve kracht
C
Kracht UHV
D
Snelkracht

Slide 5 - Quiz

Welke soort kracht heeft een veldrijder voornamelijk nodig?

A
Maximaal kracht
B
Snelkracht
C
Duurkracht
D
Kracht uhv

Slide 6 - Quiz

Welke soort kracht is hierbij
belangrijk?
A
Maximaal kracht
B
Explosive kracht
C
Snelkracht
D
Kracht uhv

Slide 7 - Quiz

Welke soort kracht gebruikt een tennisser veel:
A
Maximale kracht
B
Duurkracht
C
Kracht UHV
D
Snelkracht

Slide 8 - Quiz

Geef aan wat er met de spier gebeurt in het geval van excentrisch spierkracht.
A
De spier wordt langer
B
De spier lengte blijft gelijk
C
De spier wordt korter
D
Spier wisselt snel van lengte: kort, lang, kort

Slide 9 - Quiz

Een volleyballer springt aan het net voor een blok. Welke soort spiercontractie maken de strekspieren van de benen als de sporter zijn knieën strekt?
A
isometrische contractie
B
statische contractie
C
concentrische contractie
D
exentrische contractie

Slide 10 - Quiz

Een dumbbell met gestrekte arm voor je houden is?
A
Auxotonisch
B
Concentrisch
C
Statisch
D
Excentrisch

Slide 11 - Quiz

Welke training heeft het volgende doel:

Training met een hoge intensiteit die gericht is op het vergroten van de grootst mogelijke kracht die een spier (éénmalig) kan ontwikkelen.
A
Maximale kracht
B
Snel kracht
C
Duur kracht
D
Kracht UHV

Slide 12 - Quiz

Welke training heeft het volgende doel:

Training gericht op het vergroten van het vermogen om zo snel mogelijk relatief lichte belastingen te overwinnen.


A
Maximale kracht
B
Snel kracht
C
Duur kracht
D
Kracht UHV

Slide 13 - Quiz

Bij welke soort training hoort deze intensiteit:

90-95% van het PR voor het​
krachtonderdeel​
A
Explosieve kracht
B
Maximale kracht
C
Duurkracht
D
Kracht UHV

Slide 14 - Quiz

Bij welke soort training hoort deze intensiteit:

80-90%v.h. PR voor het krachtonderdeel
A
Explosieve kracht
B
Snel kracht
C
Duurkracht
D
Kracht UHV

Slide 15 - Quiz

Bij welke soort training hoort dit aantal herhalingen:

12-20 herhalingen
A
Explosieve kracht
B
Snel kracht
C
Duurkracht
D
Kracht UHV

Slide 16 - Quiz