Week 6 1 HV Frans

programme
récapitulation
aujourd'hui
maanden
ma famille

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

programme
récapitulation
aujourd'hui
maanden
ma famille

Slide 1 - Slide

récapitulation
Vorige les beviel mij héél erg goed -> Ik wil dit vaker gaan doen

Vrijdag heb ik ander soort spel bedacht over werkwoorden

Om te winnen als groep is het belangrijk dat je op elkaar kunt vertrouwen--->  Daarom:


Slide 2 - Slide

Huiswerk!?
Zorg dat je tijdens de lessen je opdrachten maakt en afhebt de volgende les. Als dit niet zo is dan moet jouw groepje tijdens een spel wachten tot alle opdrachten tot dan af zijn. Wil je blijven winnen of meer kans maken?--> maak de opdrachten/huiswerk!!!!

Is het thuis niet gelukt-> misschien kan je groep dan helpen

Slide 3 - Slide

aujourd'hui
Doel-> Je leert vandaag de maanden en je familie voorstellen
explication
          - maanden van het jaar
          - familieleden
          - oefenen
des excercises
          - Opdr. 9 blz. 94, Opdr. 11 blz. 95, Opdr. 12 blz. 95

        

Slide 4 - Slide

Maanden van het jaar
Januari
Februari
Maart
April 
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November
December 
  • janvier 
  • février 
  • mars 
  • avril 
  • mai 
  • juin 
  • julliet 
  • août
  • septembre 
  • octobre 
  • novembre
  • décembre 
  • Wat valt op aan de maanden in het Nederlands en in het Frans?
  •  Antwoord: ze beginnen met dezelfde letter! 

Slide 5 - Slide

Ma famille
Het is best handig als je in een andere taal je familieleden kunt voorstellen.-> bijvoorbeeld op vakantie

Kijk eens op mee het volgende plaatje

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

les excercises
Opdr. 9 blz. 94
Opdr. 11 blz. 95
Opdr. 12 blz. 95
timer
10:00

Slide 8 - Slide

programme
récapitulation
aujourd'hui
maanden
ma famille

Slide 9 - Slide

récapitulation

Slide 10 - Slide

aujourd'hui
Doel-> Je leert vandaag het werkwoord avoir (hebben)
explication
          - introduction avoir
          
jouer
          - 

        

Slide 11 - Slide

avoir = hebben
Je leerde eerder al het werkwoord être = zijn

Naast être is avoir het belangrijkste werkwoord.

Waarom?
  • het is super onregelmatig!

Slide 12 - Slide

avoir
ik heb
jij hebt
hij/zij heeft
wij hebben
wij hebben
u heeft 
zij hebben
  • j'ai
  • tu as
  • il/elle a
  • on a
  • nous avons
  • vous avez
  • ils/elles ont

Slide 13 - Slide

jouer
  • je krijgt twee vellen papier
  • hier staan zinnen op waar je de juiste vorm van avoir invult
  • onderaan staan de losse werkwoordsvormen
  • knip deze vormen uit
  • leg ze op de juiste plek
  • check bij je docent -> scan de code
  • vul je antwoorden in en laat nakijken

Slide 14 - Slide