El perfecto - voltooid deelwoord

• Spaans
• HBO
• Studiejaar 1

El perfecto

Het Spaanse voltooid deelwoord

NOG UITBREIDEN MET VRAGEN MET HULPWERKWOORD - NU TE SIMPEL

voltooid deelwoord

   ww op -ar= ado    cant ado 

    ww op -er= ido    com ido   

 ww op -ir= ido       viv ido

let op:

het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord staan altijd bij elkaar!!!!!

hulp-ww

haber:

he

has

ha

hemos

habéis

han

onregelmatige

decir

poner

ver

abrir

escribir

hacer

volver

leer

participios

dicho

puesto

visto

abierto

escrito

hecho

vuelto

leído

Wanneer gebruik je het?

woorden als : hoy, todavía, esta mañana, esta semana , todavía, ya, alguna vez, siempre, nunca geven aan dat er een relatie is met het heden en worden gebruikt met de presente perfecto:

Hoy he trabajado mucho

Esta tarde hemos almorzado en casa

Maruja nunca ha ido a Holanda

Het voltooid deelwoord van 'escuchar'

1. ESCUCHADO
2. ESCUCHIDO
3. ESCUCHEDO

Het voltooid deelwoord van 'hablar'

1. HABLIDO
2. HABLADO

Het voltooid deelwoord van 'comer'

1. COMIDO
2. COMADO
3. COMEDO

Het voltooid deelwoord van 'beber'

1. bebedo
2. bebido
3. bebado

Het voltooid deelwoord van 'dormir'

1. DORMIDO
2. DORMADO

Het voltooid deelwoord van 'vivir'

1. VIVADO
2. VIVIDO

ABIERTO

PUESTO

DICHO

VUELTO

VISTO

HECHO

ABRIR

VER

HACER

PONER

VOLVER

DECIR

Traduce las siguientes frases

Vertaal de zinnen

1. Nunca he comido sushi

2. Hoy mi abuelo ha abierto la tienda.

3. ¿Ya has hecho los deberes?

4. Vosotros no habéis limpiado la casa.

5. Ese día mi tío no ha ido el ruido.

¿Qué has desayunado hoy?

¿Has visto una película esta semana?

¿Has aprendido español en el colegio?

¿Qué has hecho este fin de semana?

Vertaal:
Ik heb nooit Sushi gegeten

Vertaal:
Hij heeft het huis schoongemaakt (limpiar)

Vertaal:
Jij hebt Spaans gestudeerd.

Vertaal:
Ik heb bij AH gewerkt.

Vertaal:
Ik ben in Haarlem geweest

Vertaal:
Ik ben niet in Amsterdam geweest