JRB les 3 week 42 les 1 wk 4 omzet afzet

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

• vorige les, wat weet je nog?


• Leerdoelen
• uitleg
• Zelf aan de slag! 
  
• uitleg
• Check

Wat gaan we doen?

Wat is de brutowinstmarge?

1. De brutowinst als percentage van de inkoopprijs.
2. De brutowinst na aftrek van alle bedrijfskosten.
3. De omzet na aftrek van de inkoopwaarde.
4. Een andere benaming voor de bedrijfskosten.

Consumentenprijs is ...

1. Inclusief btw
2. Exclusief btw

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...

1. belasting over de toenemende waarde
2. belasting tegen waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting over de toegevoegde waarde

Consumentenprijs =

1. inkoopprijs + btw
2. verkoopprijs + btw
3. omzet + btw
4. brutowinstopslag + inkoopprijs

Verkoopprijs, consumentenprijs,

kostprijs

Van inkoopprijs naar consumentenprijs

Leerdoelen

Na afloop van deze les kun je:

• de brutowinstmarge berekenen
  
• de verkoopprijs berekenen
  
• de consumentenprijs berekenen
  

Brutowinstmarge

• Als er in een som staat: 'de brutowinsmarge bedraagt 60%'. Dan lezen we 'de brutowinstmarge bedraagt  60% van de ................. 
• Inkoopprijs
• De brutowinstmarge wordt gebruikt om de bedrijfskosten van te betalen

Nettowinst - verlies berekenen 

omzet = afzet x verkoopprijs

inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs 

brutowinst = omzet - inkoopwaarde 

Nettowinst of verlies = brutowinst - bedrijfskosten 

Kernbegrippen

- Omzet = afzet x verkoopprijs

- Afzet = aantal verkochte artikelen

- Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde v.d. omzet

- Nettowinst = Bruto winst - bedrijfskosten

Omzet = opbrengst van de verkoop

omzet = afzet (hoeveel verkoop ik) x verkoopprijs 

Als ik 10 agenda's verkoop voor  €5,-,

heb ik een omzet van: 10 x €5 = €50,- 

Maak opdrachten 18 en 19

in duo's

Arbeidsproductiviteit

De hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd

berekening

Arbeidsproductiviteit= totale productie per periode : werknemers

A = 1620 : 3 = 540 broodjes per week : 6 dagen = 90 broodjes per dag

B= 1620 : 3 = 540 broodjes per week : 36 werkuur= 15 broodjes per uur

Maak opdrachten in duo's

opdrachten 

 20 tot en met 27

Check

Als de arbeidsproductiviteit stijgt, dan

1. Zijn er meer arbeiders aan het werk
2. Zijn er meer werkplekken
3. Maak je meer producten per arbeider
4. Werken de arbeiders met meer computers

Omzet - inkoopwaarde =

1. Brutowinst
2. Nettowinst

Wat wordt bedoeld met de omzet?

1. De winst van een bedrijf
2. Het aantal verkochte producten
3. Het geld wat is ontvangen met de verkochte producten

Jelle heeft een omzet van €2400.
De inkoopwaarde van de omzet was €400.
Bereken de brutowinst.

1. €2800
2. €2000
3. €6
4. €2400

Hoe bereken je de Omzet?

Omzet=...

1. Afzet x Verkoopprijs
2. Verkoopprijs x Inkoopprijs
3. Afzet x Omzet
4. Omzet x Verkoopprijs

OMZET = VERKOOPOPBRENGST

1. WAAR
2. NIET WAAR

Hoe bereken ik de verkoopprijs?

1. omzet + brutowinstmarge
2. verkoopprijs + brutowinstmarge
3. inkoopprijs + btw
4. inkoopprijs + brutowinstmarge

Wat is de consumentenprijs?

1. verkoopprijs zonder btw
2. de btw
3. verkoopprijs met btw
4. inkoopprijs

Kostprijs

Huiswerk nakijken 

Hoe is de consumentenprijs opgebouwd?

1. inkoopprijs + brutowinstmarge
2. inkoopprijs + btw
3. consumentenprijs = verkoopprijs (excl. btw)
4. inkoopprijs + brutowinstmarge + btw

Exclusief BTW
Is dat zonder of met BTW?

1. Zonder
2. Met

De brutowinstmarge bereken je door de:

1. Brutowinst÷afzet x100
2. Nettowinst÷omzet x 100
3. Nettowinst÷brutowinst x100
4. Brutowinst÷omzet x 100

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

Brutowinstmarge druk je uit in ...

1. %
2. stuks
3. euro
4. duizendtallen

Consumentenprijs

1. De prijs die je als klant uiteindelijk in de winkel betaalt, dus de prijs inclusief btw.
2. De prijs die je als klant uiteindelijk in de winkel betaalt, dus de prijs exclusief btw.
3. De prijs die je als producent uiteindelijk in de winkel betaalt, dus de prijs inclusief btw.
4. De prijs die je als producent uiteindelijk in de winkel betaalt, dus de prijs exclusief btw.

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave  ......Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? 

Lees de blauwe stukjes nog eens door. 

Daarna help je een klasgenoot.

Sponsopdracht: 1b en c

Bedankt

stoelen aanschuiven

tot de volgende keer.

PS het huiswerk zet ik in SOM

Kostprijs berekenen 1

Kostprijs berekenen 1

Kostprijs berekenen 2

Kostprijs berekenen 2

Aan de slag

Taak 3: opdr: 2, 3, 4, 5, 6, 9, 

Taak 4: opdr: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Taak 5: opdr: 2, 3, 4, 5

Taak 6: opdr: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10