6.3 Neerslag

6.4 Neerslag
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

6.4 Neerslag

Slide 1 - Slide

Fasen

Slide 2 - Slide

Faseovergang
Bij een faseovergang verandert de stof van fase

Water gaat van de vaste naar de vloeibare fase

Slide 3 - Slide

Faseovergangen
smelten en stollen

verdampen en condenseren

rijpen en vervluchtigen


Slide 4 - Slide

Smelten
Stollen

Slide 5 - Slide

Verdampen
Condenseren

Slide 6 - Slide

Rijpen
Vervluchtigen

Slide 7 - Slide

Fasedriehoek

Slide 8 - Slide

Ontstaan van neerslag

Slide 9 - Slide

Verdeling in wolk
In het plaatje hiernaast zie je in welke fase de watermoleculen zich bevinden bij een bepaalde temperatuur.

  • Hoe hoger in de lucht, hoe lager de temperatuur is.

  • Er valt geen neerslag als de lucht omhoog stroomt, de lichte druppels en ijskristallen worden weer omhoog gestuwd.

  • Als de druppels of ijskristallen te zwaar zijn om omhooggestuwd te worden valt er wel neerslag

Slide 10 - Slide

Wanneer valt er sneeuw?
  • Bij een temperatuur van -12 graden Celsius in de wolk rijpt de waterdamp tot kristallen.
  • Hierbij zijn ook kristallisatiekernen (bv stofdeeltjes) nodig.
  • de ijskristallen groeien uit tot sneeuwvlokken.
  • Als ze zwaar genoeg zij vallen ze naar beneden.
  • Alleen bij een lage temperatuur blijven de kristallen bestaan, anders smelten ze en valt er regen.

Slide 11 - Slide

Wanneer valt er hagel?
  • Hagelsstenen ontstaan op grote hoogte.
  • Hier zijn sterke daal- en stijgstromen die de kristallen meevoeren.
  • Als ze in het deel van de wolk komen waar de temperatuur 0 graden Celcius is, dan groeien de kristallen aan  (onderkoelde waterdruppels).
  • De ijskorrels worden dan zo zwaar dat ze naar beneden vallen

Slide 12 - Slide

Aan de slag

Maak opdracht 1 tot en met 29
bladzijde 403

Slide 13 - Slide