VMBO - PO vaardigheden - uitleg

Deze periode
Praktische opdracht
in tweetallen
Deadline: 18 februari
Weging: 15 
Niet herkansbaar
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze periode
Praktische opdracht
in tweetallen
Deadline: 18 februari
Weging: 15 
Niet herkansbaar

Slide 1 - Slide

Hoe?
  1. Je maakt allemaal verschillende opdrachten die je zelf kiest uit het formulier.
  2. Al die opdrachten samen vormen je cijfer.
  3. Elke week maak je opdrachten over een bepaalde periode.
  4. Twee weken doe je een grote opdracht. Dat zijn de presentatieopdracht en de interviewopdracht.
  5. De overige drie weken kies je 5 kleinere opdrachten.

Slide 2 - Slide

De syllabus
Essentieel naslagwerk!

Deze gebruik je vanaf nu de hele tijd, tot je examen hebt gedaan!

Daarnaast gebruik je je boek en internet.

Slide 3 - Slide

Start van de opdracht
1) Je maakt een tweetal aan het einde van de uitleg en je geeft dit door aan mij.

2) Ik maak een drivemap voor je aan, die richt je zelf in (zoals op foto 1)

3) De documenten die je plaatst  geef je een duidelijk naam:  Eerste wereldoorlog(periode), tijdlijn (opdracht), 5 punten.(aantal punten) (zie foto 2)

NB: Als je op papier werkt: je maakt foto’s van je werk en zet die op tijd in je drive map. Ook deze documenten geef je de goede naam.




Slide 4 - Slide

Belangrijk

Lever alles op tijd in.
Niet in je map? Dan telt het niet.
Denk aan je werkhouding

Nu: tweetal maken en een taakverdeling maken
Rest van de les:
  • Jij gaat samenzitten met degene met wie je samenwerkt.
  • Jullie nemen samen de opdrachten door in de rubric en LessonUp. 
  • Eventueel kies je al een opdracht. 
  • Als je vragen hebt over de opdrachten dan schrijf je die op.
  • Als ik een map heb aangemaakt, richt je die in.
Ik maak een map aan voor je, in die map werk je ook! Ik kom langs met lootjes die je mag trekken zodat je weet waarover en wanneer je presentatie is.

Slide 5 - Slide

Waar wordt je op beoordeeld?

Werkhouding:
  • Je werkt rustig en zelfstandig.
  • Je werkt op je ipad of op papier, je hebt geen zichtbare telefoon.
  • Je bent alleen op je ipad bezig met de opdrachten en dus niet met social media of spelletjes.
  • Je werkt samen met je partner, niet met andere groepjes.
  • Je bemoeit je dus ook alleen met je eigen partner en werk.
  • Je bent er altijd en je hebt de juist spullen mee, pen, potloden, schaar, lijm, opgeladen ipad.
  • Je houdt je werk bij en je werkt netjes.
  • Je levert je werk op tijd in, dat is elke donderdag voordat de les afloopt.

Slide 6 - Slide

2 grote opdrachten
1) de presentatie (25 punten)
2) het interview ( 25 punten)

Slide 7 - Slide

1) Presenteren (25 punten)

Je krijgt de eerste les een onderwerp van de docent. Met je partner bereid je op basis hiervan een klassikale presentatie voor.
De informatie die je gaat vertellen haal je uit de syllabus.
instructies
  1. De presentatie of instructiefilm duurt ongeveer 5 minuten.
  2. De presentatie of instructiefilm is gemaakt met ondersteunend beeldmateriaal, je gebruikt dus een beetje tekst en veel plaatje / grafieken / tabellen..
  3. je verhaal is volledig, alle belangrijke (hoofd) lijnen uit de syllabus worden genoemd/ uitgelegd.
  4. Jullie spreken duidelijk en serieus en de rol van beiden worden duidelijk. Uiteraard doen jullie de presentatie uit je hoofd.

na afloop
De presentatie plaats je in je juiste drive map.
Je geeft hem de passende naam: onderwerp (aantal punten)

bijzonderheden
 Je krijgt ook punten(aftrek) voor opletten en respectvol doen, vragen stellen naar anderen die presenteren.


Slide 8 - Slide

2) Het interview
Je kiest een gebeurtenis uit de onderwerpen die we deze periode bespreken. Aan de hand van deze gebeurtenis ga je een interview houden met een relevant persoon (bespreek dit met de docent).

Aan de hand van die vragen moet je als lezer/luisteraar van het interview echt iets te weten komen over jouw gekozen gebeurtenis. Het lezen/luisteren van het interview moet een goede kwaliteit. Het hoeft niet enkel historische kennis te zijn. Het Is juist heel interessant hoe de persoon aankijkt tegen de gebeurtenis.


Slide 9 - Slide

2) Het interview
De vragen:
Verzin aan de hand van je onderzoek 6 vragen over de gebeurtenis.
Aan de hand van die vragen moet je als lezer/luisteraar van het interview echt iets te weten komen over de gebeurtenis wat niet in tijdvoorgeschiedenis.nl staat.
Het is verboden vragen te stellen die je kan opzoeken.
Je stelt als slotvraag waarin je ingaat op een nieuwsbericht uit het afgelopen jaar. Wat vindt de persoon van het nieuwsbericht en hoe heeft de gebeurtenis er mee te maken. in het interview wordt de situatie uit het nieuws heel duidelijk vergeleken met een situatie in het leven van de geïnterviewde persoon.
De theorie uit de lessen is verwerkt in de interviews. De interviews zijn duidelijk gestructureerd, leuk om te lezen en origineel. 

Slide 10 - Slide

kleine opdrachten
  1. +/- 5  opdrachten per onderdeel
  2. Dus bijvoorbeeld 5 opdrachten over de Eerste Wereldoorlog.
  3. Opslaan in je map over de Eerste Wereldoorlog
  4. Juiste naam geven zie foto

Slide 11 - Slide

1) 3 examenvragen
Je maakt twee open examenvragen over de tijdsperiode. bijvoorbeeld: 3 vragen van staatsinrichting.
  • Ga naar www.examenblad.nl of www.eindexamensite.nl
  • Ga naar de examenvragen van geschiedenis en naar het onderwerp waarover je vragen gaat zoeken. Bv staatsinrichting. Zoek drie open vragen.
  1. Stap 1: kopieer de vraag of typ hem over van examenblad.
  2. stap 2: Maak de vragen en schrijf de antwoorden netjes uit. 
  3. Stap 3: Zoek het antwoord in het correctievoorschrift en maak hier ook een kopie van, of schrijf het over.
  4. stap 4: schrijfop wat het verschil is tussen jouw antwoord en het correctievoorschrift en verbeter je antwoord. 

Slide 12 - Slide

Kaartopdracht
  1. Er is een duidelijke kaart gevonden van de periode en de periode ervoor. Bv kaart van Europa tijdens de Eerste wereldoorlog en een kaart van Europa na de Eerste Wereldoorlog.
  2. Er is opgeschreven welke opvallende veranderingen er hebben plaatsgevonden.
  3. Noem minimaal 3 landen die veranderd zijn en leg uit hoe dit zo is gekomen. 
  4. Schrijf op waaraan je kan zien uit welke periode deze kaart komt. 

Slide 13 - Slide

Tijdlijn
  1. Maak een tijdbalk van het hoofdstuk.. 
  2. Je legt duidelijk uit waarom het tijdvak daar begint en daar eindigt.
  3. De belangrijkste jaartallen zijn aangegeven.
  4. Er is een korte toelichting gegeven van de belangrijkste gebeurtenissen.
  5. Wat er in de wereld gebeurde is aangegeven met blauw.
  6. Wat er in Nederland gebeurde is aangegeven met rood.
  7. Er zijn foto’s bijgevoegd.
  8. Het geheel is netjes

na afloop
het geheel is netjes toegevoegd aan drive in de juiste mappen, met een toepasselijke naam

Slide 14 - Slide

mindmap
  1. Er is 1 mindmap gemaakt
  2. De mindmap is gemaakt op een groot vel papier
  3. In het midden staat de naam van de periode. bv Eerste Wereldoorlog
  4. Er zijn duidelijke zijtakken gemaakt met deelonderwerpen. 
  5. Elk deelonderwerp is uitgewerkt. Schrijf korte zinnetjes en plak plaatjes.

Slide 15 - Slide

samenvatting
Eis: de samenvatting is getypt in je eigen woorden / dus geen wikipedia oid. Je gebruikt je boek/digitale methode als handleiding. 

  1. Je leest je hoofdstuk door.
  2. Je schrijft de tussenkopjes op en maakt die dikgedrukt.
  3. Je zet in je eigen woorden een korte versie neer van wat de belangrijkste dingen die je moet onthouden.
  4.  Benoem hierin de belangrijkste begrippen, gebeurtenissen, verbanden, personen etc.
  5. Tip: gebruik punten en kleuren

Slide 16 - Slide

Smoelenboek
In de syllabus staan de belangrijkste personen uit het tijdvak. 
Stap 1: Schrijf hun naam en de jaartallen waarin zij leefden / actief achter hun naam.
Stap 2: zoek een foto van hun hoofd en plak deze in een document.
Stap 3: Leg per persoon uit wie ze zijn, waar ze aan te herkennen ze, waar ze bekend van zijn en zoek een leuke anekdote. Minimaal 10 regels.
Stap 4: Leg steeds ook uit waaróm zij belangrijk zijn voor het tijdvak.

Slide 17 - Slide

standplaatsgebondenheid

Slide 18 - Slide

Bronnen - betrouwbaarheid

Zoek 2 bronnen, waarvan je er 1 betrouwbaar vind en 1 niet.
.Dit mag een brief zijn, of een foto, of een gedicht, filmpje / radiofragment / een interview / een artikel / een tekening.

Maak een link / of foto van de bron en plak die in een document.

  1. Zoek 1 bron die betrouwbaar is en komt uit deze periode. Leg uit met zoveel mogelijk elementen waarom je de bron betrouwbaar vindt. Gebruik daarvoor de vragen hiernaast.
  2. Zoek 1 bron die niet / minder betrouwbaar is. Leg uit met zoveel mogelijk elementen waarom je de bron niet betrouwbaar vindt.




Slide 19 - Slide

Bronnen representativiteit
Bronnen zoeken - representativiteit (zie filmpje in classroom)
  1. -Zoek 1 bron ( Dit mag een brief zijn, of een foto, of een gedicht, filmpje / radiofragment / een interview / een artikel / een tekening) die representatief is voor jouw periode. En leg uit waarom deze bron representatief is voor jouw periode.
  2. -Zoek 1 bron die niet representatief is voor jouw periode, en leg uit waarom deze bron niet representatief is voor jouw periode.


Slide 20 - Slide

begrippen verbeelden
  1. Je kijkt naar de begrippenlijst van het hoofdstuk / de syllabus. Kies er 10 uit die horen bij de periode.
  2. Je schrijft deze begrippen op. bijvoorbeeld ‘verzet’
  3. Je legt deze begrippen uit in je eigen woorden. Bijvoorbeeld: verzet betekent dat je in opstand komt tegen de Duitse bezetter bv door onder te duiken.
  4. Je zoekt/maakt/tekent er een afbeelding bij. Hierin is duidelijk te zien wat de afbeelding te maken heeft met het begrip. 

Slide 21 - Slide

spel maken
Je kunt ook zelf een spel maken. Op deze manier ben je nog meer bezig met de inhoudelijke stof. 
Voorbeelden:
  • een kwartet maken, 
  • een vroeger/later-spel, 
  • pictionary met voorbeelden of nog iets anders creatiefs.
 
Zorg dat je al het spelmateriaal ook in je drive map laat zien.

Slide 22 - Slide

Bronnen (5 punten)
  1. Zoek 3 bronnen van het tijdvak. Zoek bijvoorbeeld een foto, een kaart, een brief, een gedicht, een krantenbericht.
  2. en geef aan waarom deze goed bij het tijdvak passen. 




Slide 23 - Slide