Sterke en zwakke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Sterke en zwakke werkwoorden

In de verleden tijd

Sterke werkwoorden

•  De klinker verandert in de verleden tijd

• Ik loop --> Ik liep
• Ik kijk --> Ik keek
• Ik drink --> Ik dronk

Zwakke werkwoorden

• De klinker verandert NIET in de verleden tijd
• stam + te(n)
• stam + de(n)
• 't ex kofschip

• Ik werk --> Ik werkte
• Ik leer --> Ik leerde

't ex kofschip

Pieter _______ (plakken) gisteren de band van zijn fiets.

• Zoek de stam (hele werkwoord - en) --> plakken - en = plakk
• Zit de laatste letter in het kofschip? --> de k zit wel in 't ex kofschip
• Schrijf de ik-vorm op --> ik plak = plak
• Ja? --> ik-vorm + te(n)
• Nee? --> ik-vorm + de(n)
• plak + te = plakte

't ex kofschip

Natasja _______ (verven) gisteren haar haren blond.

• Zoek de stam (hele werkwoord - en) --> verven - en = verv
• Zit de laatste letter in het kofschip? --> de v zit niet in 't ex kofschip
• Schrijf de ik-vorm op --> ik verf = verf
• Ja? --> ik-vorm + te(n)
• Nee? --> ik-vorm + de(n)
• verf + de = verfde

't ex kofschip

Nathan _______ (praten) gisteren de hele avond over zijn hond.

• Zoek de stam (hele werkwoord - en) --> praten - en = prat
• Zit de laatste letter in het kofschip? --> de t zit wel in 't ex kofschip
• Schrijf de ik-vorm op --> ik praat = praat
• Ja? --> ik-vorm + te(n)
• Nee? --> ik-vorm + de(n)
• praat + te = praatte

Stan ____ (werken) gisteren erg hard.

Gisteren ___ (eten) ik pasta.

Jaap en zijn zusje ___ (verven) ook de binnenkant.

Het vuur ___ (branden) gisteren heel hard.

Zelf aan het werk

• Overleggen mag op fluistertoon
• Heb je een vraag? Steek je vinger op
• Ben je klaar?

1. Ga naar www.spellingoefenen.nl
2. Kies: werkwoorden
3. Kies bij verleden tijd: sterke ww en zwakke ww (enkelvoud en meervoud)