This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Beterspellen 19-05-2025
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
De schrijver bracht een ........ uit op de vrijheid.
A
toast
B
toost
Slide 2 - Quiz
This item has no instructions
Volgens velen waren de Mexicaanse griep en de millenniumbug ........ .
A
media hypes
B
media hype's
C
mediahype's
D
mediahypes
Slide 3 - Quiz
This item has no instructions
Deze oude kinderliedjes zijn in ........ geraakt.
A
vergetelheid
B
vergetenheid
Slide 4 - Quiz
This item has no instructions
De docenten Frans en Engels waren ........ enthousiast over het resultaat.
A
beiden
B
beide
Slide 5 - Quiz
nu als zelfstandig naamwoord gebruikt en verwijst naar personen
Veertien jaar na de ........ van Selfkant heeft Nederland die gemeente weer aan Duitsland verkocht.
A
annexatie
B
anexatie
Slide 6 - Quiz
betekent inlijven en overnemen
De ambulance ........ over de vluchtstrook.
A
racete
B
racedte
C
racede
Slide 7 - Quiz
Vernederlandst en daarom Kofschip
Arsenicum wordt ook wel '........ ' genoemd.
A
rattenkruid
B
rattekruid
C
rattenkruit
D
rattekruit
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Na de onfortuinlijke botsing zaten er twee aan het hoofd ........ voetballers op de bank.
A
verwonden
B
verwonde
C
verwondde
D
verwondden
Slide 9 - Quiz
functie van bijvoeglijk naamwoord, zoals brede of blinde. Er hoeft dan geen extra d
De ........ is hier 50 km/uur.
A
maximumsnelheid
B
maximum snelheid
Slide 10 - Quiz
samenstelling
De abonnees ........ een leuke attentie toegestuurd.
A
worden
B
wordt
Slide 11 - Quiz
De leuke attentie is het onderwerp, 'aan de abbonees.'
Helaas is vorige week mijn harddisk ........ .
A
gecrashet
B
gecrashd
C
gecrashed
D
gecrasht
Slide 12 - Quiz
Het woord 'gecrasht' is het voltooid deelwoord van 'crashen'. Hoewel het woord afkomstig is uit het Engels, geldt in het Nederlands de kofschipregel. De sisklank sj van 'crash' wordt beschouwd als een s. Vandaar de t.
De afkorting t.z.t. betekent '........ '.
A
te zijner tijd
B
ter zijner tijd
C
te zijne tijd
D
ter zijne tijd
Slide 13 - Quiz
De uitdrukking 'te zijner tijd' betekent: als het zover is, op het tijdstip dat de zaak vereist.
Bijvoorbeeld: We gaan volgend jaar naar Italië. We moeten t.z.t. nog een camping uitzoeken.
Men verwacht dat de gemeente volgend jaar nog enkele coffeeshops ........ .
A
gedoogt
B
gedoogd
Slide 14 - Quiz
This item has no instructions
Met zulke ........ opmerkingen maak je jezelf niet geliefd.
A
laagdunkende
B
laatdunkende
Slide 15 - Quiz
Het juiste woord is 'laatdunkend'. Het betekent 'verwaand, minachtend'. Het woord is ontstaan uit 'zich laten dunken' (een hoge dunk van zichzelf hebben).
De hongerige jongen at een ........ .
A
cakeje
B
cakje
C
cake-je
D
cake'je
Slide 16 - Quiz
This item has no instructions
Het meisje heeft het geheim goed ........ .
A
bewaart
B
bewaard
Slide 17 - Quiz
This item has no instructions
Wij mogen niet klagen, want we komen niets ........ .