This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Poëzieles - Ioana, Simon & Stan
Gedicht in de lengte
Jules Deelder
Poëzieles
Ioana - Simon - Stan
Slide 1 - Slide
Niets zo tof als een provocerende foto om de leerlingen te prikkelen.
Wat is het meest dramatische dat je ooit hebt gezegd?
Slide 2 - Mind map
Schrijf deze vraag op het bord. Laat ze iets opschrijven of roepen (denk: “mijn leven is voorbij”, “ik haat maandag”, “niemand begrijpt me”).
Poëzie begint daar. In de dingen die je voelt maar misschien nooit zo zou durven opschrijven.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Wat vind jij van poëzie?
Vanaf wanneer beschouwen jullie iets als poëzie?”
Zijn jullie al veel in contact gekomen met poëzie?”
Als jullie poëzie zouden lezen, wat zouden jullie daarin
belangrijk vinden, wat zou jullie aandacht trekken?
Slide 4 - Slide
Wat vind jij van poëzie?
Vanaf wanneer beschouwen jullie iets als poezie?”
Zijn jullie al veel in contact gekomen met poezie?”
Als jullie poëzie zouden lezen, wat zouden jullie daarin belangrijk vinden, wat zou jullie aandacht trekken?
→ Enkele leerlingen hun mening laten geven.
Denk aan wat een gedicht is. Welke drie woorden komen het eerst in je op?
Slide 5 - Mind map
Opdracht: Laat leerlingen in 3 woorden beschrijven wat zij denken bij het woord ‘gedicht’.
Slide 6 - Slide
Bespreek kort dat poëzie over echt vanalles kan gaan, liefde, dood, natuur, het leven, iemands persoonlijk leven + het hoeft zelfs niet altijd betekenis te hebben. Ook moet poezie niet altijd serieus of ‘moeilijk’ zijn – en dat ze dit zo meteen gaan ontdekken.
Wie was Jules Deelder?
Rotterdammer
Sparta supporter
Jazzliefhebber
Nachtburgemeester
Schrijver
Performer
Scan voor een opname van een optreden.
Slide 7 - Slide
Kapstok om de korte biografie aan op te hangen.
Gedicht lezen.
Slide 8 - Slide
De afbeelding van het gedicht wordt ook uitgedeeld aan de leerlingen zodat ze goed kunnen volgen.
Slide 9 - Slide
Laat leerlingen reageren op:
Humor in het gedicht?
leuk om te lezen? zo ja of zo nee waarom?
Herkenning van hun eigen mening? waarom
Wat valt op aan de vorm? Waarom heeft Deelder het zo opgebouwd?
Slide 10 - Open question
Vraag: Wat valt op aan de vorm? Waarom heeft Deelder het zo opgebouwd?
dia moet gaan over vers en rijm
Slide 11 - Slide
2. Vers en rijm
Het is opgebouwd uit korte verzen, vaak van één of twee woorden per regel.
Rijm is aanwezig, maar losjes toegepast: bijvoorbeeld “kort” / “hoort” en “tegen” / “vervelend”.
Het rijm is speels en ondersteunt het ritme, zonder zwaar te wegen.
Slide 12 - Slide
3. Ironie en zelfspot
Hij gebruikt ironisch lyriekgebruik: hij doet zich voor als een soort poëziepolitie, die "brede gedichten" afwijst. Maar hij spot tegelijk met zichzelf en het genre: “hun dichters blijven onbegrepen / en mogen elkaar dan prijzen geven” → steklnaar literaire wereld.
Slide 13 - Slide
4. Poëziekritiek en maatschappijbeeld
Hij neemt ook de kritiek op poëzie op de korrel: alleen “intellectuelen” lijken tevreden met ingewikkelde poëzie.
Dat suggereert: poëzie is vervreemd van de gewone mens, tenzij je er satire van maakt.
De meesten zeggen dat poezie moeilijk moet zijn vooraleer het waardevol kan zijn.
Schrijven maar!
Schrijf in groepjes van drie een kort gedicht over wat je echt van poëzie vindt.
Maak gebruik van enjambement om de inhoud te ondersteunen.
Probeer de vorm aan de inhoud te koppelen.
Slide 14 - Slide
Belangrijk: laptops aan de kant. Geen gebruik van AI.
Welk effect wordt er bereikt door het gebruik van enjambement?
Hoe ondersteunt de vorm de inhoud?
Slide 15 - Slide
Enjambement:
De splitsing tussen "ik lees het" en "niet graag" toont dat ik het wel lees, ondanks dat ik het niet graag doe.
Vorm:
De spaties tussen de laatste woorden moedigen de lezer aan om trager door de tekst te gaan.
Schrijven maar!
Je hebt 15 minuten om tot iets te komen.
Kies zelf bij wie je in een groepje zit.
Duid iemand aan in je groepje die straks het gedicht zal voorlezen.
Slide 16 - Slide
15 minuten geeft de leerlingen de tijd om eerst te praten over wat ze denken.
De leerlingen mogen zelf kiezen met wie ze samenwerken zodat hun creativiteit niet gehinderd wordt door een slechte match.
De kans is groot dat er in elk groepje van drie wel iemand zit die wil voorlezen.
Scan voor meer jazz geselecteerd door Deelder.
Slide 17 - Slide
Tijdens het schrijfproces loopt de leraar rond om te kijken hoe het elk groepje vergaat en te helpen waar nodig. De leraar zet ook wat jazz op om in de juiste Deelder-sfeer te komen.
(Stan voorziet jazz uit een Deelder-compilatie en een luidspreker)
Tijd om voor te lezen.
Slide 18 - Slide
Na elk gedicht:
Vragen voor schrijversgroepje:
“Hoe heb je enjambement gebruikt om een bepaald effect te creëren?” “Hoe heb je de vorm aan de inhoud proberen te koppelen?”
Vraag voor andere leerlingen:
“Zijn ze in hun opzet geslaagd?”
Is je mening over poëzie
veranderd na deze les?
Slide 19 - Slide
Zowel bij een "ja" als een "nee" vraagt de leraar "waarom?"
Na de uitleg die hoort bij een "waarom?" vraagt de leraar of er leerlingen zijn die zich hierin kunnen vinden of een compleet tegenovergestelde mening hebben.
Kutgedicht
Slide 20 - Slide
Een stoute afsluiter.
Enkel en alleen als er tijd over is en de leerlingen braaf zijn geweest.
Bronnen:
Deelder, J. A. (2004). Vrijwel alle gedichten. De Bezige Bij.
Wikipedia. (z.d.). Jules Deelder. Wikipedia. Geraadpleegd op 19 april 2025, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Jules_Deelder
Roberts, J. (2025, 25 februari). Teaching authentic writing in the age of AI. Edutopia. Geraadpleegd op 19 april 2025, van https://www.edutopia.org/article/teaching-authentic-writing-age-ai