groep 5 blok 8 week 3 les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

groep 5 blok 8 week 3 les 3

Lesdoel: We herhalen het voorzetsel. 

Voorzetsel: Zegt iets over de precieze plaats, richting of tijd. 

(bijvoorbeeld op, in, boven, met, door, zonder, tot, van)

Wat is het voorzetsel?
Achter de school is het schoolplein.

Wat is het voorzetsel?
Op de kast staan de boeken.

Wat is het voorzetsel?
De bal rolde onder de tafel.

Wat is het voorzetsel?
De doos is door papa meegenomen.

Wat is het voorzetsel?
We spelen buiten met onze vrienden.

Woordsoorten

Op de school zitten veel kinderen.
Wat is het lidwoord?

1. op
2. zitten
3. de
4. veel

Op de school zitten veel kinderen.
Wat is het voorzetsel?

1. op
2. zitten
3. de
4. veel

Op de school zitten veel kinderen.
Wat is de persoonsvorm

1. op
2. zitten
3. de
4. veel

Wij hebben lekker op de schommel gespeeld.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. wij
2. hebben
3. schommel
4. gespeeld

Wij hebben lekker op de schommel gespeeld.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. wij
2. hebben
3. schommel
4. gespeeld

Wij hebben lekker op de schommel gespeeld.
Wat is het zelfstandig naamwoord?

1. wij
2. hebben
3. schommel
4. gespeeld

In de klas maakt de jongen zijn werk.
Wat is de persoonsvorm?

1. maakt
2. de jongen

In de klas maakt de jongen zijn werk.
Wat is het onderwerp?

1. maakt
2. de jongen

1.

2.

3.

4.