This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Startklaar 1
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Telefoon
De leerlingen hebben hun telefoon thuis, in de kluis of in het Zakkie.
Wanneer de leerling toch de telefoon erbij pakt, volgt een eerste waarschuwing.
De leerling wordt in de gelegenheid gesteld zich te corrigeren en zijn/haar telefoon alsnog in het Zakkie te doen.
Wanneer een leerling geen Zakkie bij zich heeft, dan dient de leerling deze thuis op te halen of een nieuwe te kopen bij de balie (5 euro).
Wanneer een leerling weigert volgt de procedure van “eruit gestuurd”.
Startklaar
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
De Maatschappij en IK!
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Lesplanning
- Lesdoelen - Terugblik (10 min) - Onderzoeksopdracht afmaken en presenteren (25 min) - Actualiteit (15 min) - Oefenen met stellingen en argumenten (15 min)
- Afsluiting.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Lesdoelen
- Jullie kunnen in tweetallen onderzoek doen naar en vertellen over een groep/beweging die vroeger of nu strijdt voor meer gelijke rechten tussen mensen.
- Jullie kunnen oefenen met het geven van argumenten voor en tegen een stelling.
Slide 5 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Wat is Gelijkheid ?
Gelijkheid/gelijkwaardigheid = we zijn allemaal mensen en alle mensen zijn even belangrijk. Los van het geslacht, huidskleur, geloof, handicap, seksuele voorkeur of andere kenmerken.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
VN-verdrag:
Artikel 1: Alle mensen worden vrij en gelijk
geboren. Artikel 2: Alle mensen hebben alle rechten en vrijheden, ongeacht hun ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom of geboorte.
Slide 7 - Slide
Belangrijke bronnen waarin is opgeschreven/vastgelegd dat alle mensen gelijk/gelijkwaardig zijn. En gelijk behandeld moeten worden (discriminatie-verbod). Bronnen zoals VN-verdrag, Grondwet, Heilige boeken van religies en in de visie (intranet) van Johan de Witt.
Gaat dat goed?
Alle mensen zijn gelijk.
Dus alle mensen moeten gelijk behandeld worden. Maar gebeurt dat altijd?
In de wereld? Op school? In je sportteam? Hoe kun je het beste met zoiets omgaan?
Slide 8 - Slide
Gelijkheid/gelijkwaardigheid is een belangrijke waarde en uitgangspunt. Gelijkheid houdt ook in dat alle mensen een gelijke behandeling en gelijke kansen moeten krijgen (zie ook onze Grondwet).
Gebeurt dat dan ook altijd?
Bespreek voorbeelden van situaties in de maatschappij, op school, in de sport enz. waarin geen sprake is van een gelijke behandeling. Hoe kun je daar het beste mee omgaan?
Bespreekbaar maken, om uitleg vragen, in discussie gaan, protesteren, demonsteren, een rechtszaak beginnen enz.
Aan de slag - 10 minuten!!
WAT?? Onderzoek in tweetallen een groep/beweging die voor meer gelijke rechten strijdt.
HOE?? Gebruik internet, vul je werkblad in, teken een logo of schrijf een spreuk die erbij past DUUR?? 10 minuten, zachtjes fluisteren. DAARNA ZACHTJES OEFENEN HOE JE DE KLAS KORT EROVER VERTELLEN! VRAGEN OF KLAAR: steek je hand op!
Slide 9 - Slide
Actieve verwerking.
In het verleden hebben groepen/bewegingen zich ingezet voor meer gelijkheid/gelijke rechten tussen mensen.
Onderzoek in tweetallen de groep/beweging die je toebedeeld krijgt. Onderzoek: - het belangrijkste thema/doel van de beweging (gelijke rechten voor .....) - wanneer en waar het speelde - welke acties hadden zij om hun standpunt kenbaar te maken en hun doelen te bereiken - welke resultaten of successen er behaald zijn.
Modelleren van voorbeeld 'Abolitionisme".
10 minuten om op te zoeken, werkblad in te vullen en kort voorbereiden van presentatie aan de klas.
"Abolitionsme"
Wat: Alle mensen zijn gelijk en moeten vrij zijn. Slavernij is wreed en onmenselijk.
Wanneer: 17e eeuw Hoe: samenkomen, pamfletten, sabotage-acties Resultaat: afschaffing slavernij in 1863 in Nederland en 1865 in Verenigde Staten
Slide 10 - Slide
Voorbeeld van uitwerking van onderzoek naar een beweging/groep die heeft gestreden voor gelijke rechten tussen slaven (tot slaaf gemaakten) en vrije mensen.
Voordat tweetallen gaan presenteren modelleren van deze presentatie
(1 minuut).
Slide 11 - Slide
Vóór tonen van slide 11: Open vraag aan de klas welke acties hebben de groepjes in hun presentaties benoemd om je standpunt over ongelijkheid of andere waarden kenbaar te maken?
(berichten via socials, demonstreren, campagnes voeren, mensen informeren, boycot, protesteren, saboteren, staken, politiek inschakelen, rechtszaken)
Actualiteit (Rode lijn-demonstratie tegen geweld en honger in Gaza op 18 mei 2025) bespreken.
19 mei om 4.39 uur: bericht weer toelaten voedsel Gaza
19 mei om 11.32 uur: Netanyahu zegt onder druk van bevriende landen voedsel toe te laten 20 mei: EU-landen stemmen massaal voor voorstel van onze minister Veldkamp (BuZa) voor onderzoek naar eerbiedigen mensenrechten en humanitair oorlogsrecht door Israël.
19m
Slide 13 - Slide
Heeft het nut om te demonstreren bijvoorbeeld tegen onrecht?
Waarom wel of waarom niet?
Wel: uiting aan zorgen en onvrede, steun voor mensen in Gaza, signaal naar onze politiek ('rode lijn'), signaal naar de regering in Israël. Beelden gaan hele wereld over en maken indruk.
Niet: geweld en honger stoppen niet direct. Er wordt al langer gedemonstreerd maar situatie verandert maar niet.
In berichten dag en 2 dagen erna is wel kleine verandering te zien. Voedsel weer beetje toegelaten + politiek (EU) willen onderzoeken of zij nog wel willen handelen met Israël (respecteren mensenrechten, regels van oorlogsrecht)
Oefenen met stellingen Bedenk een goed argument, geef uitleg (want...) Tip: richt je op een onderdeel van de stelling!
Slide 14 - Mind map
Onderdeel van de eindopdracht is presenteren van standpunt en argumenten in speech/discussie/debat.
Alvast een oefening.
Stelling goed lezen, bedenk of je voor of tegen bent. Bedenk daarna 2 argumenten (voor of tegen). Een argument legt uit waarom je voor of tegen bent + probeer een voorbeeld te geven bij je argument.
Tip: voor het bedenken van goede argumenten kun je focussen op een onderdeel van de stelling.
Per stelling 2 minuten bedenktijd.
Schrijf je argumenten op. Zelfstandig, in stilte, individueel.
Klassikaal bespreken, wacht tot je de beurt krijgt. Iedereen komt een keer aan de beurt.
Stellingen en argumenten
'"Social media moet verboden worden voor kinderen onder 15 jaar"
Ik ben voor want..... / Ik ben tegen want......
Slide 15 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Stellingen en argumenten
'"Demonstreren tegen iets wat ver weg in het buitenland gebeurt, heeft geen zin"
Ik ben voor want..... / Ik ben tegen want......
Slide 16 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Stellingen en argumenten
'"In Nederland heeft iedereen vrijheid"
Ik ben voor want..... / Ik ben tegen want......
Slide 17 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Stellingen en argumenten
'"Schoollessen moeten pas vanaf 09.30 uur beginnen"
Ik ben voor want..... / Ik ben tegen want......
Slide 18 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Afsluiting
- Jullie kunnen in tweetallen onderzoek doen naar en vertellen over een groep/beweging die vroeger of nu strijdt voor meer gelijke rechten tussen mensen.
- Jullie kunnen oefenen met het geven van argumenten voor en tegen stellingen.
- Hoe ging de les vandaag? Hoe ging het leren?
Slide 19 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.