4BB 10.5 Voortplanting van planten les 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Startopdracht

1. Vaste plekken
2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
3. Boek, schrift en pen op tafel

Startopdracht

• Achterste tafels blijven leeg
• Mobiel in je kluis
• Oortjes uit
• Jas aan de kapstok
• Boek, schrift en pen op tafel

wat gaan we vandaag doen? 

-10.5 uitleg deel 1 (15min)

-aan het werk (20min)

-Afsluiten (5min)

10.5 Voortplanting van planten Les 1

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
   
2. Je kunt uitleggen hoe de bestuiving bij insectenbloemen en bij windbloemen gaat.
   
3. Je kunt uitleggen hoe een stuifmeelkorrel en eicel bevrucht.
   
4. Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
   
5. Je kunt uitleggen hoe een zaadje gebouwd is en hoe een nieuw plantje uit een zaadje groeit.
6. Je kunt beschrijven hoe planten ontstaan zonder dat er bevruchting is geweest

Waarvoor heeft een plant bloemen?

De voortplantingscellen zitten in de bloemen:

- Zaadcellen noemen we de stuifmeelkorrels.

 - Eicellen zijn bij planten ook eicellen.

In de bloemen vindt de bevruchting plaats. Daaruit ontstaan de nakomelingen = zaadjes (waaruit een plantje kan groeien).

Hoe heet een vrouwelijke geslachtscellen van een plant?

1. Een meeldraad
2. Een helmknop
3. Een zaadbeginsel
4. Een eicel

De bloem

Meeldraad

- helmdraad

- helmknop met stuifmeelkorrels

Stamper

- stempel

- stijl

- vruchtbeginsel met zaadbeginsels waarin eicellen zitten

Waar worden de stuifmeelkorrels gemaakt?

1. helmknop
2. helmdraad

Bestuiven en bevruchten

Bestuiven = stuifmeel komt (door insect of wind) op de stempel 

Bevruchten = kern van stuifmeelkorrel en eicel smelten samen - bevruchte eicel

Geslachtelijke voortplanting

als er stuifmeel op de stempel komt, heet dat...

1. bestuiving
2. bevruchting

Hoe ontstaan zaden en vruchten?

Na de bevruchting begint alles te groeien:

1. het vruchtbeginsel van de stamper groeit uit tot een vrucht

2. binnenin het vruchtbeginsel groeien alle zaadbeginsels waarbij de eicel is bevrucht uit tot een zaadje

De appel is
een vrucht en is dus gegroeid uit
.............

1. de meeldraad
2. het vruchtbeginsel
3. de eicel
4. de stuifmeelbuis

Insecten of de wind zorgen voor bestuiving. Verschil insectenbloem en windbloem

Insectenbloemen

Insect verzamelt nectar.

Stuifmeel plakt aan insect, en plakt aan de stempel bij dezelfde/ andere bloem.

Windbloemen

De wind neemt het stuifmeel mee.

Komt op de stempels van andere bloemen.

Wat voor bloem is dit?

1. Insectenbloem
2. Windbloem

Deze bloem is een ...

1. Insectenbloem
2. Windbloem
3. -
4. -

Aan de slag 10.5

Wat? Maken 10.5 – Opdracht 1 t/m 15 (verdieping sterretjes)

Hoe? Blz. 106 t/m 112

Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.

Tijd? 20 minuten

Uitkomst? Opdracht 1 t/m 15 is af. Niet af? Dan huiswerk.

Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Maken en lezen:

Lezen: blz 106 t/m 112

Maken: opdracht 1 t/m 15 (verdieping: sterretjes vragen)

Klaar? -> dikgedrukte woordenlijst maken

De volgende les

10.5 

Voortplanting van planten

deel 2

Afzwaaier 

• Welke delen van een bloem zorgen voor voortplanting?

• Hoe wordt een insectenbloem bestoven?

• Hoe wordt een windbloem bestoven?

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
   
2. Je kunt uitleggen hoe de bestuiving bij insectenbloemen en bij windbloemen gaat.
   
3. Je kunt uitleggen hoe een stuifmeelkorrel en eicel bevrucht.
   
4. Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
   
5. Je kunt uitleggen hoe een zaadje gebouwd is en hoe een nieuw plantje uit een zaadje groeit.
6. Je kunt beschrijven hoe planten ontstaan zonder dat er bevruchting is geweest